BEDRADING & FUNCTIES
Verschillende toepassingen vragen om verschillende functies. Wij raden ten zeerste aan om de vereiste
functies voorafgaand aan Installatie te bepalen en te configureren, (zie hoofdstuk STUURKABEL).
Functies worden geactiveerd door +VDC naar een stuurdraad toe te passen.
LET OP: De lampen van de middensectie worden onafhankelijk geschakeld en zijn geen onderdeel van
de goedkeuring volgens R65.
ELEKTRICITEITSKABELS
1 Leg de elektriciteitskabel naar de accu via de brandafscherming van het voertuig.
2 Volg de fabriekskabelboom door de brandafscherming heen. Het kan nodig zijn een gat door de brandaf-
scherming te boren.
Zorg ervoor dat er tijdens het boren geen onderdelen beschadigen.
3 Leg de kabel naar de accu.
4 Installeer een 15 A zekering (door gebruiker aangeleverd) op het uiteinde van de RODE draad en sluit dan
aan op accu.
5 Sluit de ZWARTE draad aan op de fabrieksaarding op het chassis naast de accu.
LET OP: Zorg dat alle draden van de elektriciteitskabel stevig op de stroombron zijn aangesloten.
WAARSCHUWINGSMODUS
Activeer de waarschuwingsmodus door +VDC naar WITTE draad toe te
passen. U kunt kiezen uit een lijst van geïntegreerde flitspatronen. Terwijl
u in waarschuwingsmodus bent, drukt u op +VDC naar GELE draad:
•
Eenmaal voor volgende patroon.
•
3 keer snel voor FP#0.
DIM-modus: De lichtbalk kan worden geactiveerd in DIM-modus door
+12 VDC naar GELE draad toe te passen.
BEDRADING LICHTBALK
ROOD
ZWART
GEEL
WIT
40
171849
naar +VDC
naar chassisaarding
Flitspatroon en DIM-modus
Waarschuwingsmodus
FP# ECE R65 modus
0
Dubbel alles
1
Vierdubbel alles
2
Enkel alles
3
Dubbel gesplitst
4
Vierdubbel gesplitst
5
Enkel gesplitst
Vedpak 178_Version 2_061013
171849