Geprogrammeerde weergave (afspeellijst)
U kunt tot 20 tracks in een willekeurige volgorde samenstellen.
1. Druk tijdens de weergave- of stopmodus een keer PROGRAM
(zie 6.14). Op de display knippert "00".
2. Kies met
(zie 6.10) of
3. Sla de track op met PROGRAM (zie 6.14). Het
programnummer wordt om een cijfer verhoogd en is kort te
zien in de display.
4. erhaal stappen 1 en 2 om tot 20 tracks te programmeren.
5. Start de weergave van de tracks in de tevoren
geprogrammeerde volgorde door PLAY/PAUSE (zie 6.9) te
drukken.
6. U kunt de geprogrammeerde volgorde stoppen door STOP
(zie 6.12) te drukken.
7. Druk op PROGRAM (zie 6.14) in de STOPmodus en daarna
PLAY/PAUSE (zie 6.9), om de weergave voort te zetten.
8. In de STOPmodus kunt u naar het drukken van
PROGRAM (zie 6.14) met
geprogrammeerde titels in het geheugen controleren.
9. Om de programmering te wissen, open de CD-deur of
schakel de CD-player uit met VOL/ON (zie 6.17).
Karaoke-functie
Het toestel beschikt over twee gelijkwaardige microfonen.
» Schakel het toestel in door naar rechts te draaien aan de VOL/
ON-regelaar (zie 6.17).
» Open de CD-deur (zie 6.4) door deze op te tillen aan de
uitsparing OPEN (zie 6.13). Leg een CD in, met de opdruk boven
op de spindelas en sluit de CD-deur.
» Start de weergave met PLAY/PAUSE (zie 6.9).
» Zet de ON/OFF schakelaar aan de microfoon in de positie ON
74
(zie 6.11) het gewenste nummer.
(zie 6.10) of
(zie 6.11) de
(zie 6.5).
» Stel het volume van de microfoon in door te draaien aan de MIC
VOL-regelaar (zie 6.8).
» Nu kunt u zingen samen met de muziek van de CD.
Let erop dat u met de microfoon niet té dicht bij de luidspre-
kers komt, om een terugkoppeling te voorkomen (piepen in
de luidsprekers). Hoe hoger het geluidsniveau van de microfoon is
ingesteld, hoe sneller u een terugkoppeling krijgt.
Publieke aankondiging
Hiervoor hebt u geen CD nodig. Spreek gewoon in de microfoon, en
u stem wordt door het toestel versterkt weergegeven.
1. Schakel het toestel in met de regelaar VOL/ON (zie 6.17),
zonder een CD.
2. Zet de ON/OFF-schakelaar aan de microfoon in de positie ON
(zie 6.5).
3. Stel het volume van de microfoon in door te draaien aan de
MIC VOL-regelaar (zie 6.8).
4. Nu kunt u in de microfoon zingen of spreken.
Let erop dat u met de microfoon niet té dicht bij de luidspre-
kers komt, om een terugkoppeling te voorkomen (piepen in
de luidsprekers). Hoe hoger het geluidsniveau van de microfoon is
ingesteld, hoe sneller u een terugkoppeling krijgt.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Voor de schoonmak gebruik een zacht en
stofvrij doekje.Indien het toestel erg vuilig is kunt u het
doekje bevochtigen en een zacht afwasmiddel gebruiken.
Gebruik voor de schoonmaak geen sterke oplosmiddelen als b.v.
alcohol, benzine of verdunner, omdat deze de behuizing, de verf of
75