Indicatielampje voor temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast
uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op
de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van
de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), plaatst u het verse
voedsel in het gedeelte dat wordt aangegeven door het
symbool. Zo niet (B) past u de temperatuurregelaar aan
naar een koudere stand en wacht u 12 uur voordat u het
temperatuurlampje weer controleert.
A
B
Aanwijzingen en tips
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
•
Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
•
Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
•
Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van
het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig
fenomeen).
•
Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de
compressor aan of uit gaat.
Tips voor energiebesparing
•
De deur niet vaker openen of open laten staan dan
strikt noodzakelijk.
•
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
thermostaatknop op een lage temperatuur staat en
het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor
continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper
ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop
naar een warmere instelling om de koelkast
automatisch te laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
6
OK
OK
Het is normaal dat de indicator geen OK
aanduidt nadat u voedsel in het apparaat
geplaatst hebt of na herhaaldelijk
openen van de deur. Wacht minstens 12
uur voordat u de temperatuurregelaar
opnieuw aanpast.
•
zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen
in de koelkast
•
dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als
het een sterke geur heeft
•
plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk
omheen kan circuleren
Tips voor het koelen
Nuttige tips:
•
Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en
op het glazen schap leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
•
Gekookte etenswaren, koude gerechten: bedekken
en op een schap leggen.
•
Fruit en groeten: goed wassen en in een speciale
lade leggen. Bananen, aardappelen, uien en
knoflook moeten als deze niet verpakt zijn niet in de
koelkast worden bewaard.
•
Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes leggen
of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om
zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
•
Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek.