● Laad de batterijen niet langer dan 4 uur op. Hierdoor
zullen de batterijen beschadigd raken.
● Laad de batterijen niet op in de buurt van brandbare
stoffen.
● Laad de batterijen niet op een elektrisch geleidend
oppervlak op.
● Laad de batterijen onder toezicht op.
● Laat de batterijen afkoelen voordat u ze oplaadt. Gevaar
voor brand of schade aan de batterijen.
● Gebruik de batterijlader alleen als de
omgevingstemperatuur tussen 0 °C en 40 °C ligt.
● Houd u bij het afvoeren van de batterijen aan de lokale
regelgeving.
3
Montage
3.1 Afstandsbediening in elkaar zetten
1
Open het batterijvak van de afstandsbediening.
(Afbeelding 2)
2
Plaats 3 niet-oplaadbare AA-batterijen van 1.5 V in het
batterijvak volgens de afbeelding.
Let op! Gebruik alleen goedgekeurde batterijen. Zie "8
Technische gegevens" op pagina 43.
3
Sluit het batterijvak.
4
Gebruik
4.1 Product opladen
Waarschuwing! Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld wanneer u het product oplaadt.
Voorzichtig! Laat de batterijen afkoelen voordat u ze
oplaadt.
1
Verwijder de veerpen uit de carrosserie van het
product. (Afbeelding 3)
2
Verwijder de carrosserie.
3
Verwijder de veerpen uit de batterijhouder.
(Afbeelding 4)
4
Verwijder de batterijhouder en koppel de batterij los.
(Afbeelding 5)
5
Verwijder de batterij.
2022_001
6
Plaats de batterijlader in een USB-poort.
7
Sluit de batterijlader aan op de oplaadaansluiting.
(Afbeelding 6)
Let op! Laad de batterij maximaal 4 uur op. Gevaar
voor oververhitting.
LED-lampjes
De rode LED-indicator
brandt.
De groene LED-indicator
knippert en de rode
LED-indicator brandt.
Zowel de groene
LED-indicator als de rode
LED-indicator branden.
8
Verwijder de batterij uit de batterijlader als de batterij
volledig is opgeladen.
9
Sluit de batterij aan op het product.
10
Breng de veerpen van de batterijhouder aan.
11
Breng de carrosserie aan op het chassis.
4.2 Product starten
1
Zet de AAN/UIT-knop van het product in de
AAN-stand. (Afbeelding 7)
2
Zet de AAN/UIT-knop van de afstandsbediening in de
AAN-stand. (Afbeelding 8)
3
Controleer of de groene LED-indicator op de
afstandsbediening brandt. Zie "6 Problemen
oplossen" op pagina 42.
4
Druk lichtjes op de snelheidstrigger van de
afstandsbediening om vooruit te rijden.
4.3 Product bedienen
● Om de snelheid te verhogen, drukt u harder op de
snelheidstrigger totdat de gewenste snelheid is bereikt.
● Om de snelheid te verlagen, duwt u de snelheidstrigger
naar voren toe tot de gewenste snelheid is bereikt.
● Om vooruit te rijden, drukt u met een constante druk op
de snelheidstrigger.
Oplaadstatus
De batterijlader is
aangesloten op een
USB-poort.
De batterij wordt
opgeladen.
De batterij is volledig
opgeladen.
41