BELLEN EN GEBELD WORDEN
1
7
Kiezen
8
Een nummer samenstellen
Druk op 1 om de lijst te doorlopen en druk
vervolgens op "Kiezen" voor een telefoon-
nummer.
Druk op de genummerde toetsen om een
telefoonnummer te vormen en druk vervol-
gens op 7 om het nummer te bellen.
Om een nummer te wissen, drukt u op "8".
Met een lange druk op 8 kunnen alle cijfers
tegelijk worden gewist.
Het is raadzaam om de auto te
stoppen om een nummer in te
voeren of een contactpersoon
te zoeken.
NL.60
(2/2)
Inkomende opr
Weigeren
Akkoord
Een oproep ontvangen
Bij een inkomend gesprek verschijnt er een
pop-up op het scherm van het systeem met
de volgende informatie over de contactper-
soon die belt:
– de naam van de contactpersoon (als
zijn nummer aanwezig is in het telefoon-
boek);
– het nummer van de contactpersoon die
belt;
– "Onbekend nummer" (als het nummer
niet kan worden getoond).
NB: wanneer er tijdens de navigatie een
pop-up van een inkomende oproep op het
scherm verschijnt, moet u de oproep aan-
nemen of weigeren om naar het navigatie-
scherm terug te keren.
9
Kiezen
14
13
12
11
Tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek kunt u:
– de microfoon aanzetten/uitzetten door
op 12 of 13 te drukken;
– ophangen door op 9 te drukken;
– het geluid uit de luidspreker van de tele-
foon laten komen door op 11 te drukken;
– het geluid uit de luidspreker van de auto
laten komen door op 10 te drukken;
– druk op 14 om naar het vorige scherm
(bv. het navigatiescherm) of het begin-
scherm terug te keren.
10