UITLEG VAN DE KNOPPEN
L
Kiezen van de audiobron (USB, AUX, AM, FM, DAB, iPod®, Bluetooth® en Aha afhankelijk van de auto).
–
Opnemen/ophangen;
M
–
Onderbreken/herstellen van het geluid (Mute) (afhankelijk van de auto);
–
Lange druk: inschakelen van de spraakherkenning (afhankelijk van de auto).
N+P
Onderbreken/herstellen van het geluid (Mute), enkel voor de bedieningsknoppen W en X (afhankelijk van de auto).
Q, U
Veranderen van de keuzemethode van radiostations ("Hoofd", "Lijst", "Geprogrammeerd").
Radio: een radiostation zoeken.
R
Media: een audiotrack zoeken.
S
Selecteren uit de beschikbare media (USB, AUX, AM, FM, DAB, iPod®, Bluetooth® en Aha afhankelijk van de auto).
–
De modus voor radio-ontvangst selecteren/Wisselen tussen AM, DAB en FM;
T
–
Lange druk: inschakelen/uitschakelen van de spraakherkenning (afhankelijk van de auto).
V
Lange druk: inschakelen/uitschakelen van de spraakherkenning (afhankelijk van de auto).
NL.10
(4/4)
Functie