5.4 Magneetpinnen
• Controleer de werking van de magneetpinnen voor iedere tocht.
• Doe de touwen van de magneetpinnen rond uw pols of bevestig ze aan
uw zwemvest.
• Maak de knoop van de twee magneetpinnen niet los.
• De magneetpinnen kunnen de werking van pacemakers beïnvloeden.
Houd de magneetpinnen op minstens 50 cm afstand van pacemakers.
De magneetpinnen kunnen elektronische en magnetische instrumen-
ten beïnvloeden (bijv. kompas). Controleer de invloed op de instru-
menten aan boord alvorens u vertrekt.
• Plak of bind de magneetpinnen niet aan de gasbediening.
De magneetpinnen kunnen magnetische informatiedragers wissen
(vooral kredietkaarten, EC-kaarten, enz.). Houd de magneetpinnen op
voldoende afstand van magnetische informatiedragers.
5.5 Inwerkingstelling
Om te manoeuvreren zijn bij een laag vermogen verschillende draairichtingen van de
motoren toegestaan.
Laat de motoren niet met te veel vermogen in verschillende richtingen
draaien – daarbij kan uw boot beschadigd worden.
25