7.
Plaats de kachel bij montage aan het plafond niet in een hoek van meer dan 90 ° en minder
dan 45 °. of verticaal.
8.
Houd de stroomkabel uit de buurt van de behuizing van de kachel, die tijdens gebruik heet
kan worden.
9.
Installeer de kachel niet op een brandbaar oppervlak.
10. Let bij de montage op de minimaal veilige afstand tussen het verwarmingsdeel en de
brandbare oppervlakken.
11. De kachel moet altijd een minimale afstand van 0,5 m hebben tot een plafond en
aangrenzende muren.
12. Als de kachel buiten wordt gebruikt, wordt een weerbestendige uitlaat aanbevolen.
13. Controleer voor het boren of er geen draden of waterleidingen zijn in het gebied waar de
verwarming moet worden geïnstalleerd.
14. De kachel moet op de meegeleverde montagebeugels worden geïnstalleerd.
15. Bevestig de beugels stevig aan het montageoppervlak en de achterkant van de kachel met de
meegeleverde moeren en schroeven.
16. Bevestig de kachel stevig aan de beugels met de meegeleverde moeren en bouten.
17. De beugels kunnen worden gebruikt om de richting van de kachel aan te passen, de
kachelhoek aan te passen door de twee bouten op de wandmontagebeugel los te draaien, de
bouten weer vast te draaien wanneer de gewenste hoek is bereikt.
18. De voedingskabel moet zich aan de onderkant van de kachel bevinden als de kachel onder
een hoek is geïnstalleerd.
3.1 Installatie accessoires
30
Installatie accessoires team
Beugel
L-Vorm
Schroef
Moer
Schroef