BLOOTSTELLING
Er kan blootstelhng zijn indien de me-
dewerker beslist vrijwillig een onjuiste
en verboden handeling te verrichten.
WAARSCHIJNLI-
Laag en toevallig.
JKHEID
FASE WAARIN
Bedrijf.
HET RISICO
NL
AANWEZIG IS
TOEGEPASTE
Veiligheidsmarkering (zie par. 14).
MAATREGELEN
Het gebruik van persoonlijke bescher-
mingsmiddelen (PBM) is verplicht (zie
par. 15) en/of wachten of de afkoeling
van de machine.
17. DE BEDIENINGSPLAATSEN VAN DE
GEAUTORISEERDE MEDEWERKERS
PLAATS A: op de voorzijde van de machine bij de bedien-
ingsapparatuur om de compressor aan en uit te zetten, om
het gereedschap aan en af te koppelen, om de manometer af
te lezen en de druk af te stellen, voor eventuele reiniging of
vervanging van het luchtfilter en het openen of sluiten van de
condensafvoerklep.
PLAATS B: in werkpositie om de juiste bewerking uit te voeren
voor het gebruikte type gereedschap (bijv.: lakken etc.).
18. BEDIENINGSAPPARATUUR
De bedieningsapparatuur is weergegeven in Fig.:
Elektrische voedingskabel
1
Pressostaat
2
ON-OFF schakelaar
3
Drukregelaar output
4
5
Kraan snelle luchtaflaat
Drukmeter uitvoerdruk
6
7
Drukmeter druk tank
2
1
7
19. CONTROLES VOOR INSCHAKELING
DE GEAUTORISEERDE MEDEWERKERS ZIJN
VERPLICHT VÒÒR INSCHAKELING VAN DE MACHINE
DE ONDERSTAANDE CONTROLES TE VERRICHTEN.
• Zorg er voor dat er geen ongeautoriseerde personen in de
nabijheid van de machine zijn.
• Zorg er voor dat de veiligheidsinrichtingen compleet zijn en
correct geinstalleerd en werkend (zie par. 13).
• Zorg er voor dat de machine correct is geplaatst (zie par. 9).
• Zorg er voor dat de ON-OFF schakelaar in positie OFF (0)
staat (zie par. 18).
• Zorg er voor dat de condensafvoerklep gesloten is (5).
• Gebruik de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM) (zie par. 15).
• Zorg er voor dat u in zijn geheel deze instructiehandleiding
hebt gelezen en begrepen.
20. INSCHAKELING VAN DE MACHINE
GEVAAR OP BRANDWONDEN DOOR TOEVALLIG
CONTACT MET DE BICILINDRISCHE POMPGROEP EN
ELEKTROMOTOR. LET OP: ER IS EEN RESTRISICO (ZIE
PAR. 16).
DE FABRIKANT WEIGERT ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR
SCHADE AAN PERSONEN, DIEREN EN DINGEN DIE ZIJN
VEROORZAAKT DOOR NIET-NALEVING VAN DE IN DEZE
INSTRUCTIEHANDLEIDING BESCHREVEN NORMEN EN
WAARSCHUWINGEN.
40
3
5
4
6
5