A) Montage plafondhouder
Bevestig de plafondhouder zodanig aan het plafond dat de
richting van de aanduiding „FRONT" op de houder overeen-
stemt met de voorzijde van het apparaat.
- Boor met een boortje van Ø10 mm gaten voor de pluggen op
de punten die zijn aangeduid met de letters A, B, C, D.
- Stop passende pluggen in de geboorde gaten.
- Bevestig de plafondhouder met behulp van vier 5,5 x 45
schroeven.
B) Montage van de hoekprofielen
Rekening houdend met de voorkant van de
plafondhouder (Afb. 3a), monteert u de twee
frontprofielen (linker en rechter) en de twee
achterprofielen (Afb. 3b) op de motorbe-
huizing. Zorg ervoor dat u de profielen juist
bevestigt en dat hun lengte op iedere hoek
van de motorbehuizing gelijk is. Verder moet
u erop letten dat de klemmen van de hoek-
profielen in de juiste richting wijzen, zodat ze
passen op de plafondhouder.
C) Installatie schoorstenen op de behui-
zing
Plaats de binnenschoorsteen in de buiten-
schoorsteen. Voor een tijdelijke verbinding
van de twee schoorstenen schroeft u de
twee schroeven in de motorbehuizing (Afb.
3c) los en plaatst u beide schoorstenen op
de behuizing (Afb. 3d). Op deze manier
verschuiven de schoorstenen niet tijdens de
montage van het motorbehuizingscomplex
op de plafondhouder (Afb. 3e).
3c
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Frontprofielen
3d
82
3a
Achterprofielen
voorkant
behuizing
montage
houder
3b
3e