• Overhaast te werk gaan of het gereedschap forceren is
gevaarlijk. Hanteer het gereedschap voorzichtig.
Gebruik het gereedschap niet onder invloed van
alcohol, drugs en dergelijke.
• Algemene richtlijnen voor het hanteren van het
gereedschap:
1. Neem altijd aan dat er nagels in het gereedschap
zijn geladen.
2. Richt het gereedschap nooit op uzelf of op
anderen, ongeacht of er nagels in het gereedschap
zijn geladen of niet.
3. Activeer het gereedschap niet tenzij het stevig
tegen het werkstuk is geplaatst.
4. Hanteer het gereedschap altijd als een werktuig.
5. Ravot niet met het gereedschap.
6. Houd of draag het gereedschap nooit met uw
vinger op de trekker.
7. Laad nooit nagels in het gereedschap terwijl een
van de bedieningsschakelaars geactiveerd is.
8. Gebruik het gereedschap niet op een andere
krachtbron behalve de krachtbron die in de
gebruiks-/veiligheidsvoorschriften is opgegeven.
• Een slecht werkend gereedschap mag niet worden
gebruikt.
• Tijdens het gebruik van het gereedschap worden er
soms vonken voortgebracht. Gebruik het gereedschap
daarom niet in de nabijheid van vluchtige, ontvlambare
materialen zoals benzine, verdunner, verf, gas, lijm,
enz. Deze materialen zouden kunnen ontbranden of
ontploffen en zware verwondingen veroorzaken.
• Werk altijd in een goed verlichte ruimte om een veilig
gebruik te verzekeren. Houd de werkomgeving schoon
en vrij van rommel. Let vooral goed op dat u stevige
steun voor de voeten hebt en uw evenwicht behoudt.
• Alleen personen die direct bij het werk betrokken zijn
mogen in de werkomgeving komen. Vooral kinderen
dienen altijd uit de buurt te worden gehouden.
• Alle plaatselijke wetten betreffende de geluidshinder
dienen te worden nageleefd door het geluidsniveau van
het gereedschap binnen de voorgeschreven limieten te
houden. In bepaalde gevallen dienen luiken te worden
gebruikt om de geluidshinder te beperken.
• Knoei niet met het contactelement. Dit element
voorkomt het toevallig afladen van het gereedschap en
dient daarom steeds op zijn plaats te zijn aangebracht.
De trekker vastzetten in de AAN positie is ook zeer
gevaarlijk. Probeer nooit om de trekker vast te zetten.
Gebruik het gereedschap niet indien een van de
bedieningsschakelaars
aangesloten, gewijzigd werd, of niet goed functioneert.
• Gebruik het gereedschap binnen de voorgeschreven
luchtdruk van 1,28 – 2,26 MPa (12,8 – 22,6 bar) om een
veilige
werking
en
verzekeren. Overschrijd de aanbevolen maximale druk
van 2,26 MPa (22,6 bar) niet. Het gereedschap mag niet
worden aangesloten op een bron die een druk
voortbrengt van mogelijk meer dan 3,39 MPa (33,9 bar).
• Sluit
het
gereedschap
persluchtleiding waar de maximaal toelaatbare druk
van het gereedschap niet met 10% kan worden
overschreden. Zorg dat de druk die door het
luchtdruksysteem wordt voortgebracht niet hoger is
dan
de
maximaal
nagelaandrijver. Stel de luchtdruk aanvankelijk in op de
minimumwaarde van de aanbevolen toelaatbare druk
(zie TECHNISCHE GEGEVENS).
30
niet
werkt,
niet
goed
een
langere
levensduur
nooit
aan
op
toelaatbare
druk
van
• Gebruik uitsluitend perslucht als de krachtbron voor het
gereedschap. Indien gas in flessen (kooldioxide,
zuurstof, stikstof, waterstof, lucht, e.d.) of brandbaar
gas (waterstof, propaan, acetyleen, e.d.) als de
krachtbron voor dit gereedschap wordt gebruikt, zal het
gereedschap
veroorzaken.
• Controleer vóór het gebruik altijd of het gereedschap in
goede
staat is
aangedraaid. Trek de schroeven zonodig aan.
• Controleer
veiligheidsinrichtingen
gereedschap mag niet werken indien enkel de trekker
wordt ingedrukt of enkel de contactarm tegen het hout
wordt gedrukt. Het gereedschap mag alleen werken
wanneer
beide
uitgevoerd. Controleer op mogelijk foutieve werking
zonder dat er nagels zijn geladen en met de stoter in
de volledig ingetrokken positie.
• Controleer muren, plafonds, vloeren, dakbalken e.d.
zorgvuldig
op
bedrading, leidingbuizen of gasleidingen, om het
gevaar voor elektrische schok, gaslekkage, explosies
e.d. te voorkomen.
• Gebruik
uitsluitend
gebruiksaanwijzing zijn gespecificeerd. Het gebruik
van andere soorten nagels kan defect van het
gereedschap veroorzaken.
• Nagelaandrijvers
waarschuwing "Niet gebruiken op stellingen, ladders,
enz." mogen nooit worden gebruikt voor specifieke
werkzaamheden zoals de volgende:
– gebruikmaken van stellingen, een trap, ladders, of
een structuur zoals daklatten, om nagels op
verschillende plaatsen in te drijven;
– houten kisten of kratten dichtnagelen;
– transportveiligheidssystemen e.d. vastzetten op een
voertuig of vrachtwagen.
• Sta niet toe dat onbevoegden het gereedschap
gebruiken.
• Controleer of er zich niemand in de buurt bevindt
alvorens te nagelen. Probeer nooit om nagels vanaf
zowel de binnenzijde als de buitenzijde in te drijven. De
nagels kunnen het werkstuk openrijten en/of eruit
schieten, hetgeen bijzonder gevaarlijk is.
• Let op uw stappen en behoud uw evenwicht wanneer u
het gereedschap gebruikt. Controleer of er zich
niemand beneden u bevindt wanneer u op hoge
plaatsen gaat werken, en klem de luchtslang stevig
is
vast om gevaarlijke situaties, veroorzaakt door een
plotselinge ruk aan de slang of het blijven haken ervan,
te voorkomen.
• Wanneer u op daken of andere hoge plaatsen werkt,
te
dient u te nagelen terwijl u voorwaarts beweegt. Als u
nagelt
terwijl
gemakkelijk uw evenwicht verliezen. Wanneer u nagelt
in een loodrecht oppervlak, dient u te nagelen vanaf de
bovenkant naar de onderkant. Het werk is dan minder
een
vermoeiend.
• Als u per ongeluk een nagel vlak op een andere nagel
aandrijft of met het gereedschap op een knoest in het
hout stoot, zal de nagel krommen of kan het
gereedschap
de
weggeslingerd worden en iemand raken, of het
gereedschap kan gevaarlijk terugslaan. Wees daarom
voorzichtig bij het kiezen van de plaatsen waar u
nagelt.
ontploffen
en
ernstige
en
alle
schroeven
vóór
het
gebruik
normaal
functioneren.
handelingen
achtereen
eventueel
aanwezige
de
nagels
die
voorzien
zijn
u
achterwaarts
beweegt, kunt u
vastlopen.
De
nagel
verwonding
stevig
zijn
of
alle
Het
worden
elektrische
die
in
deze
van
de
kan
ook