Gebruiksaanwijzingen
ASSEMBLAGE-INSTRUCTIES
1.
Plaats de CrocLock
TM
het vergrendelhendel van de achterpoot (|13) en schuif de
achterpoot uit de opgeslagen positie. Zwenk de poot volle-
dig uit en schuif het omhoog totdat het in de eindvergren-
delstand schakelt. Vergrendel het vergrendelhendel van de
achterpoot (|12). Zie afb. 1 – 3.
2.
Zwenk het voetpedaal (|5) uit totdat het in positie "klikt".
Zie afb. 4.
3.
Zwenk de voorpoten (|7) naar voren totdat het in positie
"klikt". Zie afb. 5.
4. Indien noodzakelijk, draai de achterstabiliteitsvoet (|19) tot-
dat het in positie "klikt" en zet het vast met het vergrendel-
hendel Zie afb. 6.
5. Zet de CrocLock
TM
weer rechtop. Controleer of alle poten ste-
vig in de correcte positie zitten door te verifiëren of de ver-
grendelsymbolen van de voorpoot de vergrendelde stand
aangeven. Zie afb. 7.
6. Het achterhendel (|17) is zelfassemblage. Bevestig tussenbuis
tussen de beugel en zet het hendel vast met de inbegrepen
bout en vergrendelknop.
7.
De CrocLock
TM
kan eenvoudig in de geassembleerde status worden verplaatst door de voor – en
achterdraaghendels gecombineerd te gebruiken. Zie afb. 8.
INKLAPINSTRUCTIES
Volg de assemblage-instructies in omgekeerde volgorde uit:
1.
Controleer of de vergrendel/ontgrendelschakelaar (|4) in de
ontgrendelde stand staat. Zie afb. 9.
2.
Zet de CrocLock
TM
upside down. ondersteboven. Maak de ver-
grendelingen van de voorpoot (|8) los en steek het in de ops-
lagpositie.
3.
Maak het voetpedaal los door de vergrendeling ervan te ont-
grendelen (|6). Beweeg het voetpedaal naar de opslagposi-
tie. Zie afb. 10.
4. Ontgrendel het vergrendelhendel van de achterstabiliteitsvoet en zwenk het in totdat het in de ops-
lagpositie "klikt". Ontgrendel het vergrendelhendel van de achterpoot en beweeg de achterpoot in
de opslagpositie. Zet het vergrendelhendel van de achterpoot vervolgens vast.
5.
Het secundair draaghendel (|18) kan worden gebruikt om de ingeklapte CrocLock
U kunt ook het achterdraaghendel gebruiken om de CrocLock
top staand. Zie afb. 11 & 12.
ondersteboven op de grond, ontgrendel
afb. 1
afb. 3
afb. 5
afb. 7
afb. 9
afb. 11
TM
te dragen wanneer ingeklapt en rech-
NL
afb. 2
afb. 4
afb. 6
afb. 8
afb. 10
afb. 12
TM
te dragen.
|
13