stroombron in de kabelgeleiding
schroefklemmen
dient als snoerontlasting.
o Bevestig telkens een kabeluiteinde op een
schroefklem
niet op polariteit te worden gelet.
o B elangrijke aanwijzing bij het bedrijf
met boordstroom! Er mag slechts één
spanningsvoorziening op de schroefklem-
men
worden aangesloten, ook wan-
i
neer het netapparaat niet aangesloten is.
Bij een dubbele aansluiting (parallelaan-
sluiting) wordt het netapparaat beschadigd.
Montage
o Trek de montagehouder
los van de achterzijde van de behuizing
(zie afb. B).
o Kenmerk de montageplaats met behulp
van de beide ronde gaten in de montage-
houder
.
h
o Bevestig de montagehouder
bijgeleverde bevestigingsschroeven en
pluggen op de geselecteerde en geken-
merkte montageplaats.
o Schuif het gasalarm vlak van bovenaf op
de montagehouder
NL
32
j
. De kabelgeleiding
i
. Bij de aansluiting hoeft
i
naar beneden
h
met de
h
.
h
Bediening
naar de
Wanneer de stroomvoorziening correct is aan-
gesloten, wordt een automatische zelftest uit-
gevoerd. Het gasalarm produceert meerdere
harde geluiden, tevens knippert de rode
ALARM LED
zing
a
LED
d
(zie afb. A).
12 V DC netadapter
Inschakelen:
o steek de netadapter direct en compleet in
een netcontactdoos 230 V ~ 50 Hz.
Gebruik geen tafelcontactdozen of ver-
lengkabels omdat deze onderbrekingen in
de stroomvoorziening kunnen veroorzaken.
g
Uitschakelen:
o onderbeek de verbinding van het netap-
paraat naar de contactdoos.
12 V DC Boordstroomvoorziening
Inschakelen:
o schakel de 12 V DC boordstroomvoorzie-
ning in.
Uitschakelen:
o schakel de 12 V DC boordstroomvoorzie-
ning uit.
op de voorzijde van de behui-
c
. Vervolgens geeft de groene POWER
aan dat het alarm bedrijfsgereed is