TESTO 0554 0307 Mode D'emploi page 15

4.2 Roetgetal bepalen
1 De meetvlek op oliederivaat controleren: drup-
pel daartoe vloeistof vlak naast de meetvlek.
- Geen grijskleuring betekent dat de staalafna-
me in orde is.
-of-
- Wanneer er wel grijskleuring is wil dat zeg-
gen dat er zich olie in het verbrandingsgas
bevindt.
Stookinstallatie controleren!
De grijswaarde die de donkere kleur van de
meetvlek het meest benadert, wijst het roet-
getal aan.
3 Uit de roetgetallen van alle stalen de aritmeti-
sche gemiddelde waarde vormen en deze op
het volgende hele getal afronden.
- Deze waarde is het roetgetal van stookinstal-
latie.
5. Onderhoud
5.1 Reinigen van de pomp
Licht klevende roetdeeltjes verwijderen:
Met licht aangedraaide schroef en zonder
ingelegd filterpapier, enkele snelle pompstoten
doorvoeren.
Roetpomp uiteen nemen:
1 Cilinder-schroefdeksel door linksdraaiing los-
vijzen.
Let er wel op de kraag aan de binnenkant
van de cilinder niet te beschadigen!
2 Kolf voorzichtig uit de cilinder trekken.
De kraag voor het reinigen niet van de zui-
gerstang wegnemen.
3 Sondekop door linksdraaiing losvijzen. Met de
bijgevoegde sleutel het ventiel door linksdraai-
ing losvijzen.
2 De meetvlek op de fil-
terpapierstrook achter
grijsvlekken van de roet-
getal-vergelijkingsscala
houden en het roetgetal
aflezen.
De restanten van het smeermiddel
Zuigerstang met fijnkorrelig schuurpapier
reinigen
Cilinderwand, kraag en andere onderdelen
met een vochtige doek of geschikt borsteltje
reinigen.
Uitsluitend niet-agressieve reinigingsmid-
delen gebruiken!
5.2 Roetpomp opnieuw smeren
1 De glij-olie op de kraag aanbrengen en een
vezelvrij stuk textiel daarover leggen, waar de
olie kan doorsijpelen.
Voor het smeren is het noodzakelijk alle
onderdelen van de roetpomp te reinigen
zoals hiervoor beschreven.
Uitsluitend testo glij-olie (0554 0304) gebru-
iken en er niet teveel van aansmeren!
2 De kolf in de cilinder op en neer bewegen
zodat er een gelijkmatige film aan de cilinder-
wand blijft hangen.
3 De in het stuk textiel achtergebleven olie over
de kraagrand verdelen.
4 Roetpomp weer in elkaar steken.
5.3 Dichtheidstest
1 Een stuk karton (ongeveer zo dik als een
dubbele postkaart) in de sleuf voor de cilinde-
ruitgang voeren d.m.v. rechtsdraaiing van de
gekartelde schroef vastklemmen
2 Kolf aan de handgreep ca. 3cm uittrekken en
loslaten.
- Gaat de handgreep terug in zijn uitgangspo-
sitie dan is de pomp dicht, indien niet is ze
ondicht.
Mogelijke oorzaken:
Defecte rubberslang (zie punt 5.4)
Terugslagventiel sluit niet goed (zie punt 5.5)
3