Het positioneringsinterval instellen
U kunt het positioneringsinterval opgeven als de ontvanger is bevestigd
of aangesloten op een camera die beschikt over de optie [Instellingen
GPS-systeem] in het menu. Hoe korter het interval, hoe nauwkeuriger
de locatiegegevens voor de beelden. De batterij raakt dan wel sneller
leeg.
Op camera's zonder deze menuoptie is het positioneringsinterval
standaard ingesteld op elke 15 seconden. Dit kunt u wijzigen via het
meegeleverde programma Map Utility.
18
Selecteer [Instellingen GPS-
1
systeem].
Stel op de EOS-1D X en andere
modellen waarop u het volgende
scherm ziet, de optie [GPS-systeem]
in op [Inschakelen] en selecteer
vervolgens [Instellingen GPS-
systeem].
Selecteer [Timing positie-update].
2
Selecteer de tijd.
3