WAARSCHUWING
Zorg er voor dat u alle waarschuwingen naleest
om brandgevaar te voorkomen.
Vul de tank niet wanneer de motor loopt of
■ ■
heet is.
Voor u gaat tanken dient u de motorschakelaar
■ ■
op de "
" ( Brandstof uit/Stoppen) stand te
zetten.
Let op dat er geen stof, vuil, water of andere
■ ■
vreemde stoffen in de brandstof terecht
GB
komen.
Veeg gemorste brandstof goed af alvorens
■ ■
GB
de motor te starten.
GB
Houdt open vuur uit de buurt.
■ ■
NL
3. HET CONTROLEREN VAN COMPONENTEN
GB
Controleer het onderstaande alvorens de motor te starten:
GB
Lekkage van brandstof uit de brandstofleiding, enz.
■ ■
GB
Zitten bouten en moeren vast?
■ ■
GB
Schade of breuk van onderdelen.
■ ■
GB
Of de generator niet op of tegen enige bedrading rust.
■ ■
GB
4. CONTROLEER DE OMGEVING VAN DE
GB
GENERATOR
GB
WAARSCHUWING
GB
Zorg er voor dat u alle waarschuwingen naleest,
om brandgevaar te voorkomen.
GB
Houdt de omgeving vrij van brandbaar of
■ ■
GB
ander gevaarlijk materiaal.
Houdt de generator tenminste 1 meter
GB
■ ■
verwijderd van gebouwen of andere
constructies.
Laat de generator slechts werken in een
■ ■
droge, goed geventileerde omgeving.
Houdt de uitlaatpijp vrij van vreemde
■ ■
voorwerpen.
Houdt de generator weg van open vuur. Niet
■ ■
roken!
Plaats de generator op een vlakke en
■ ■
stabiele ondergrond.
Blokkeer geen luchtkanalen van de
■ ■
generator met papier of ander materiaal.
5. HET AARDEN VAN DE GENERATOR
Om de generator te aarden dient het aansluitpunt voor
■ ■
het aarden van de generator verbonden te worden
met een aardepen die in de aarde wordt gestoken of
met een geleider die reeds geaard is. (Zie Afb. 2-t)
q AARDEPEN
6
Als een dergelijke aardegeleider of -elektrode niet
■ ■
voorhanden is, dient het aansluitpunt voor het
aarden van de generator verbonden te worden met
de aansluitklem voor het aarden van het gebruikte
elektrisch gereedschap of apparaat. (Zie Afb. 2-y)
q AARD-AANSLUITING
4. BEDIENINGSPROCEDURES
(Zie Afb. 3 3 ,4 4 )
1. HET STARTEN VAN DE GENERATOR
PAS OP
Controleer steeds voordat de generator in
werking wordt gesteld het oliepeil zoals staat
aangegeven op blz. 5.
(a) Controleer of alle apparatuur is losgekoppeld.
(b) Draai de schakelaar van de motor naar "
(Wanneer de motor al warm is of bij hoge temperaturen,
kunt u de motor starten met de schakelaar op "
(LOPEN)). (Zie Afb. 3-q)
q "
" (STOPPEN)
w "
" (CHOKE)
PAS OP
Sluit geen kapotte apparatuur of stekkers en
■ ■
bedrading aan.
Controleer of er geen apparatuur is
■ ■
aangesloten op de generator voor u deze
opstart. Als u de generator opstart terwijl er
nog apparatuur op is aangesloten, kan de
generator en/of de aangesloten apparatuur
kapot gaan en bestaat er kans op persoonlijk
letsel.
(c) Trek zachtjes aan de handgreep van de starter totdat u
weerstand voelt (dit is de compressie). Laat de
handgreep terugkeren naar de uitgangspositie en trek
dan krachtig. (Zie Afb. 3-w)
q HANDGREEP TREKSTARTER
w KRACHTIG TREKKEN
(d) Houd de handgreep van de trekstarter vast wanneer de
motor aanslaat en laat de handgreep rustig terugkeren
naar zijn uitgangspositie.
OPMERKING
Indien de motor na enkele pogingen niet start, moet u
de bovenstaande handelingen herhalen met de
motorschakelaar op "
" (CHOKE).
"
" (LOPEN).