Datamars 46000W Mode D'emploi page 47

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 107
Aansluitdraden die in gebouwen lopen, dienen effectief van de geaarde constructie-
elementen van het gebouw te zijn geïsoleerd. Dit kan door middel van geïsoleerde
hoogspanningskabel bereikt worden.
Aansluitdraden die ondergronds verlopen, dienen òf in een isolatiebuis van isolerend
materiaal te liggen òf er dient geïsoleerde hoogspanningskabel te worden gebruikt. Er
dient grote omzichtigheid te worden betracht om schade aan de aansluitdraden door
dierenhoeven of in de grond zakkende tractorwielen e.d. te voorkomen.
Aansluitdraden mogen niet in dezelfde buis als de bedrading voor de netvoeding,
communicatiekabels of datakabels verlopen.
Aansluitdraden en elektrische weide-afrasteringsdraden mogen niet over
bovengrondse stroomdraden of communicatiekabels verlopen.
Kruisingen met bovengrondse stroomleidingen dienen zoveel mogelijk te worden
vermeden. Als een kruising niet te voorkomen is, dient deze onder de stroomleiding te
worden gelegd en daarmee zoveel mogelijk een rechte hoek te vormen.
Als aansluitdraden en draden van elektrische weide-afrasteringen dicht bij een
bovengrondse stroomleiding worden geïnstalleerd, dient de afstand tot deze niet
minder te bedragen dan hetgeen in de onderstaande tabel te zien is.
Minimum afstanden van stroomleidingen voor elektrische weide-afrasteringen
Spanning stroomleiding
≤1000 V
>1000 V tot ≤33.000 V
>33.000 V
Als aansluitdraden en draden van elektrische weide-afrasteringen nabij een
bovengrondse stroomleiding worden geïnstalleerd, mogen zij niet meer dan 3 m boven
de grond zijn aangebracht. Deze hoogte heeft betrekking op beide zijden van de
orthogonale projectie van de buitenste geleiders van de stroomleiding op het
grondoppervlak, voor een afstand van:
2 m voor stroomleidingen met een nomimaal voltage van niet meer dan 1000 V;
Afstand
3 m
4 m
8 m
47

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières