INTERNE EFFFECTEN
48.
PRESETS-regelaar – stel deze knop in om het interne effect dat u wilt gebruiken te
selecteren
49.
VARIATIONS-regelaar – 16 variaties voor elke vooraf ingestelde selectie om de interne
effecten aan te passen.
50.
DFX MUTE-schakelaar en PEAK LED – schakelt de interne effecten in/uit. Deze LED gaat
branden wanneer het inputsignaal te sterk is. Wanneer de effectmodule gedempt is, gaat
deze LED ook branden.
ACHTERPANEEL
51.
POWER ON/OFF-schakelaar – zet de
hoofdstroom AAN (ON) of UIT (OFF).
52.
AC-invoer met houder voor ZEKERING –
sluit de mixer aan op een stopcontact met
het bijgeleverde netsnoer. Controleer de
spanning die in uw land beschikbaar is en
bepaal hoe de spanning voor uw mixer
geconfigureerd is voordat u probeert de
mixer aan te sluiten op de.
53.
VENTILATIEPENINGEN– deze openingen worden gebruikt voor
ventilatie en het verspreiden van hitte.
54.
LUIDSPREKER-stekers – Deze bussen worden gebruikt om
luidsprekers aan te sluiten.
Opmerking: om beschadiging van de ingebouwde versterker te voorkomen,
moet u letten op de toegestane impedantie van de luidspreker. Een erg lage
belastingsimpedantie kan de versterker beschadigen.
51
52
46
1. VOCAL 1
2. VOCAL 2
3. LARGE HALL
4. SMALL HALL
5. LARGE ROOM
6. SMALL ROOM
7. PLATE
8. TAPE REVERB
9. SPRING REVERB
10. MONO DELAY
11. STEREO DELAY
12. FLANGER
13. CHORUS
14. REVERB+DELAY
15. REVERB+FLANGER
16. REVERB+CHORUS
48
49
B
A
1+
1+
1
-
1
-
53
B
LOCK
2
1
OUTPUT
54
50
B
BRIDGE
2+
1+
2
-
2+
A
LOCK
1
2