Algemene Informatie En Codering; Mechanische Installatie; Algemeen; Mechanische Afmetingen En Montage - Aquatic Science PRO-JET Manuel D'utilisation

2. ALGEMENE INFORMATIE EN CODERING

Elke regelaar is voorzien van een typenummer. Het typenummer staat
vermeld op de doos en op de regelaar zelf.
200-240 V ±10 % – Eenfasig ingang 1 – Uitgang 220 V
kW CV
0,75 1
1,5 2
2,2 3

3. MECHANISCHE INSTALLATIE

3.1. Algemeen

Bewaar de regelaar in de originele verpakking totdat de regelaar wordt
toegepast. De opslagplaats moet droog en schoon zijn en de opslag-
temperatuur moet binnen de volgende grenzen vallen : –40°C tot
+60°C.
Installeer de dimmer op een vlakke, verticale, hittebestendige, trillings-
vrije ondergrond binnen een redelijke behuizing, in overeenstemming
met EN60529 wanneer een specifiek IP-klasse vereist is (volledige in-
stallatie in box en kabel op aanvraag).
De uitgangsdimmer moet worden geïnstalleerd in een ruimte waar de
omgevingsvervuiling niveau 1 of 2 is.
De dimmer is geschikt voor een DIN-rail montage.

3.2. Mechanische afmetingen en montage

Dimmer
A B C
maat
1
173 mm 160 mm 109 mm 162 mm
2
221 mm 207 mm 137 mm 209 mm 5,3 mm 150 mm 109 mm 63 mm 2,48 mm 10 mm
Couple de serrage des bornes de commande de 0,5 Nm (4,5 lb-in)
Couple de serrage des bornes électriques de 1 Nm (9 lb-in)

3.3. Richtlijnen schakelkastmontage

Voor de toepassingen die een hoger IP-index dan IP20 nodig hebben,
moet de dimmer in een aangepaste behuizing geplaatst worden (vol-
ledige installatie in box en kabel op aanvraag). Zorg ervoor dat u vol-
gende richtlijnen voor deze toepassingen in acht neemt :
De schakelkast moet gemaakt zijn van een thermisch geleidend ma-
teriaal. Bij geventileerde schakelkasten moet erop worden gelet dat er
een ventilatierooster boven de regelaar zit en een ventilatierooster on-
der de regelaar. De luchtstroom moet onder in de kast binnenkomen,
langs de regelaar gaan en er vervolgens via het bovenste ventilatie-
rooster de kast weer verlaten.
Wanneer de omgeving buiten de kast stofdeeltjes bevat zal de kast
Uitgangsstroom (A) Framegrootte
4,3
7
10,5
D E F G H
5 mm 123 mm 82 mm 50 mm 5,5 mm 10 mm
moeten worden voorzien van een filter en geforceerde koeling. Het fil-
ter zal ook regelmatig moeten worden gereinigd/vervangen.
Bij een zoute of chemische omgeving of een omgeving met een hoge
luchtvochtigheid moet er gekozen worden voor een compleet dichte
kast die d.m.v. bijv. een warmtewisselaar gekoeld wordt.
1
1
2
Let op :
Afstand Z is zodanig dat de Optidrives E2 tegen elkaar (side-by-side)
kunnen worden gemonteerd.
Bij nominaal gebruik hebben de Optidrive E2 frequentieregelaars een
verlies van 3%.
Bovenstaande gegevens zijn richtlijnen. Zorg ervoor dat de omge-
vingstemperatuur in de kast nooit boven de maximaal toelaatbare
temperatuur komt.

4. HOOFDSTROOM BEDRADING

4.1. Aarding van de frequentieregelaar

Deze handleiding is bedoeld als richtlijn voor de juiste aansluiting/bedrading van de fre-
quentieregelaars. Aquatic Science n.v. kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet
voldoen aan eisen die lokaal, nationaal of internationaal worden gesteld, met betrekking
op de juiste installatie van de frequentieregelaars en de bijbehorende onderdelen. Er kan
persoonlijk letsel of beschadiging van de installatie optreden wanneer de opgegeven waar-
schuwingen niet in acht worden genomen.
De tussenkring van de uitgangsdimmer frequentieregelaar bestaat uit condensatoren. Na
het uitschakelen van de voedingsspanning duurt het een bepaalde periode voordat ze leeg
zijn. Let erop dat wanneer er werkzaamheden moeten worden verricht aan de regelaar eerst
de hoofdspanning veilig wordt afgeschakeld en vervolgens 10 minuten gewacht wordt
totdat de condensatoren zeker leeg zijn. Wanneer er na het uitschakelen van de voedings-
spanning geen rekening wordt gehouden met de tussenkringspanning kan dit leiden tot
lichamelijke verwondingen of dodelijk letsel.
Alleen gekwalificeerd elektrisch personeel met kennis van de installatie en die op de hoogte
zijn van de gevaren mogen de frequentieregelaar installeren, in bedrijf stellen, bedienen en
onderhouden. Lees het handboek eerst goed door voordat er begonnen wordt met instal-
latie en inbedrijfstelling.
Gebruik een grenssteen van gewijde massa om de dimma aan de massa te plaatsen. Gebruik
geen schroeven/bouten voor montage of schroeven voor raamwerk om de massa aan te
REMARQUE
sluiten.
I J
Aardingsrichtlijnen
De aardklem van elke uitgangsdimmer moet (via het externe EMC filter
indien aanwezig) met een zo kort mogelijke kabel verbonden worden
met een aardrail. De aarding moet niet tussen de verschillende Opti-
drives of andere apparatuur worden doorgelust. De aardingsimpedan-
tie moet voldoen aan alle industriële veiligheidseisen. De integriteit
van de aarding van de regelaar moet periodiek worden gecontroleerd.
Om aan UL normen te voldoen moet er gebruik gemaakt worden van
speciale UL aardklemmen.
De veiligheidsmassa van de dimmer moet aan de massa van het sys-
teem verenigd worden. De massa-impedantie moet voldoen aan de
wettelijke eisen van de industriële veiligheid en/of de codes die gel-
dend zijn voor de bedradingen. De integriteit van alle aardverbindin-
gen moeten regelmatig gecontroleerd worden.
Aardfoutdetectie
Bij gebruik van een aardelek-detector, gebruik alleen het type B-toestel
om triggeringproblemen te voorkomen.
Uitgangsdim-
X Y Z
mer grootte
1
50 mm 50 mm 33 mm
2
75 mm 50 mm 46 mm
VARIATEUR PRO-JET – MANUEL D'UTILISATION – PAGE 13 / 18
Aanbevolen
luchtstroom
11 m3/h
11 m3/h