2
1
1
BEDIENING
Motorschakelaar
De motorschakelaar regelt het ontstekingssysteem.
1 "7" (AAN)
Het ontstekingscircuit is ingeschakeld.
De motor kan worden gestart.
2 "5" (STOP)
Het ontstekingscircuit is uitgeschakeld.
De motor kan niet worden gestart.
7DK-018
Terugloopstarter
De terugloopstarter wordt gebruikt om de motor te
starten.
Trek de terugloopstarter langzaam aan totdat u weer-
stand voelt en geef er vervolgens een ferme ruk aan.
1 Terugloopstarterhendel
LET OP
9 Trek in een rechte lijn aan de terugloopstarter-
hendel.
9 Breng de terugloopstarterhendel langzaam
terug.
9 Raak de terugloopstarterhendel niet aan terwijl
de generator in werking is.
Olieverklikkerlampje (rood)
Wanneer het motorolieniveau onder het onderste
niveau komt, gaat het olieverklikkerlampje branden en
wordt de motor automatisch uitgeschakeld. De motor
kan pas weer worden gestart nadat de olie is bijge-
vuld.
OPMERKING
Als de motor afslaat of niet start, zet dan de motor-
schakelaar naar AAN en trek vervolgens aan de terug-
loopstarter. Als het olieverklikkerlampje enkele secon-
den knippert, is het motoroliepeil te laag. Vul motorolie
bij en start de motor.
700-115
– 9 –