NL
3. De lifthendel (2) omlaag drukken, tot hij vastklikt. (De lifthendel klikt alleen vast als
het apparaat is aangesloten op een contactdoos.) Het apparaat wordt ingeschakeld
en het roosteren start. De knop STOPP (stop) (4) brandt bovendien blauw.
4. Na het roosteren worden de sneden brood en de lifthendel automatisch weer omhoog
geschoven en wordt het apparaat uitgeschakeld. De knop STOPP (stop) brandt weer
rood. Bovendien weerklinkt een melodie die het einde van het roosteren aangeeft.
5. Het brood voorzichtig uit de roostersleuven halen.
6. Als het apparaat niet meer wordt gebruikt, de netstekker uit de contactdoos trekken
en het apparaat laten afkoelen.
Roosterproces afbreken
Bij een te hoog ingestelde roosterstand kan er sterke zwarting en rookontwikkeling op-
treden. In dit geval het roosteren staken, door op de knop STOPP (stop) (4) te drukken.
Na het roosteren wordt zowel het brood als de lifthendel (2) automatisch omhoog ge-
schoven en wordt het apparaat uitgeschakeld.
Bevroren brood roosteren
De gewenste roosterstand instellen. Het bevroren brood in de roostergleuven (1) leggen
en de lifthendel (2) omlaag drukken. Vervolgens de knop AUFTAUEN (ontdooien) (5)
indrukken.
De knop AUFTAUEN (ontdooien) gaat branden en het roosteren wordt verlengd.
Brood opwarmen
Moet een reeds afgekoeld brood weer worden opgewarmd, het brood in de roostersleu-
ven (1) plaatsen, de lifhendel (2) omlaag drukken en vervolgens de knop AUFWÄRMEN
(opwarmen) (6) indrukken.
De knop AUFWÄRMEN (opwarmen) gaat branden en het roosteren wordt verkort.
Broodjes opwarmen resp. roosteren
Moeten broodjes worden opgewarmd of geroosterd, moet bovendien het opzetstuk voor
broodjes boven de roostersleuven (1) worden geplaatst. De broodrooster vervolgens
zoals gewend gebruiken.
Melodie deactiveren
Moet aan het eind van het roosteren, ontdooien resp. opwarmen een melodie NIET
worden afgespeeld, VÓÓR het omlaag drukken van de lifthendel (2) de knop STOPP
(stop) (4) indrukken. De knop STOPP (stop) dooft. Vervolgens zoals gewend te werk
gaan. Opgelet: zolang de knop STOPP (stop) niet brandt rood, is de melodie afgezet.
Vóór het omlaag drukken van de lifthendel de knop STOPP (stop) indrukken om de func-
tie te activeren. De knop STOPP (stop) brandt rood.
Om het afspelen van de melodie voortijdig te beëindigen, de knop STOPP (stop) (4)
indrukken.
36