Voorbeelden van bijzondere
aansluitingen
PC als zendbron
U kunt videosignalen van de PC uitzenden,
als uw PC beschikt over een grafische
kaart met VIDEO-uitgang.
Gebruik voor het geluid de AUDIO-
adapter 3,5 mm jack op CINCH-bussen
(2$). Sluit de zender (e) aan op de video-
uitgang van de grafische kaart.
Opmerking:
let op de juiste instellingen op uw PC
voor de beeldoverdracht naar de
grafische kaart.
TV-toestel als zendbron
Als videosignalen via een AV-bus van
uw TV-toestel uitgezonden kunnen wor-
den, dan kan het TV-toestel als zendbron
dienen.
Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing
van uw TV-toestel in acht.
Sluit de zender (e) op een AV-bus aan,
die als uitgang kan worden gebruikt.
Opmerking:
let erop, dat de meeste TV-toestellen
ingeschakeld moeten zijn, zodat er
een signaal gezonden kan worden
naar de AV-bus. Beeld- en geluid-
informatie die uit een TV-toestel
worden gehaald, kunnen zodoende
uitgezonden worden.
Videorecorder als zendbron
(Transmissie van een Audio/Video
signaal, bijv. kabelaansluiting).
Opmerking:
voor de transmissie kunt u de videore-
corder als tuner gebruiken om audio/
video-signalen uit te zenden.
U kunt middels de videorecorder ook
de kabelprogramma's omschakelen.
Sluit uw videorecorder aan op een
„kabelaansluiting". Programmeer uw
videorecorder op uw „kabelaansluiting".
Neem hierbij de gebruiksaanwijzing
van uw videorecorder in acht.
Sluit nu de zender (e) van de radiotrans-
missie-set aan op de AV-bus van uw video-
recorder. Zet de videorecorder aan.
De videorecorder zal de ingeschakelde
„kabelkanalen" via de AV-bus naar de
zender (e) sturen.
Schakel met de afstandsbediening van
de videorecorder op de ontvanger (f)
tussen de „kabelkanalen".
Kanaalinstelling (parallelbedrijf)
Opmerking:
de data/signalen die door de zender
worden uitgezonden worden niet
versleuteld. Zodoende is afluisteren
binnen het ontvangstbereik bij gebruik
van compatibele apparaten mogelijk.
Het gaat hierbij om een zogenaamde
„open standaard".
Kies tussen 4 verschillende kanalen.
Opmerking:
hiermee kunt u tot aan 4 zenders (e)
in de directe omgeving bedienen.
Let erop, dat zender (e) en ontvan-
ger (f) telkens op hetzelfde kanaal
zijn ingesteld.
- 21 -