a.u.b. bewaren
Voorschiften voor de
installateur
Alvorens het apparaat aan te sluiten, dient u
te controleren of het berekend is op de gassoort
die wordt geleverd.
Als onze kookplaten uit de fabriek komen, zijn
zij geschikt voor de op het typeplaatje
weergegeven gassoort.
Op de plaats waar het apparaat komt te staan,
moet een perfecte werkende reglementaire
ventilatie-inrichting aanwezig zijn. De
verbrandingsgassen worden naar buiten
afgevoerd.
Controleer of de afmetingen van de kookplaat
overeenkomen met die van de opening in het
meubelstuk.
Panelen die zich op het werkblad, in
onmiddellijke nabijheid van de kookplaat
bevinden, moeten van niet brandbaar
materiaal zijn. Zowel de uit lagen bestaande
bedekking als de lijm die gebruikt is, dienen
hittebestendig zijn, om beschadigingen te
voorkomen.
Elektriciteitssnoeren mogen niet in aanraking
komen met de zones die warm worden.
De voedingskabel moet worden vastgemaakt
in het meubelstuk, om te voorkomen dat deze
in contact komt met de gedeeltes van de oven
die warm worden.
Apparaten met elektrische onderdelen, dienen
verplicht geaard te zijn.
Wees voorzichtig tijdens het installeren. Sla
niet op het apparaat.
De gaskookplaat moet worden aangesloten
volgens de bepalingen van de galvo (NEN
1078/NL) (of normen in België) en de eventueel
plaastselijk geldende voorschriften en mag
alleen gebruikt worden in een goed
geventileerde ruimte. Lees voor het intallleren
en het in gebruikt nemen het
installatievoorschrift en den gebruiksaanwijzing
door.
INDIEN NIET AAN DEZE VOORSCHRIFTEN
WORDT
VOLDAAN, IS DE INSTALLATEUR
VERANTWOORDELIJK.
DE FABRIKANT STELT ZICH DERHALVE
NIET AANSPRAKELIJK.
Installeren van de
kookplaat in het
meubelstuk
De mogelijkheid voor het plaatsen van de
kookplaat in het meubelstuk is volgens de
voorschriften EN 30-1 voor gastoestellen
-1
Klasse 3G
Maten voor het inbouwen
1- Minimale afstanden (mm). Snijd in het
werkblad de nodige afmetingen uit. Fig. 1.
Plaats de kookplaat midden op de uitsparing
in het meubelstuk.
2- Als de houtvezels die worden gebruikt
voor het maken van meubelstukken voor
kookplaten in contact komen met vocht, kunnen
zij vrij snel uitzetten. Daarom is het raadzaam
om de snijdoppervlaktes met een speciale lijm
in te smeren, zodat deze beschermd zijn tegen
water dat door condensatie of stoom onder
het werkblad van het meubelstuk heeft kunnen
doordringen.
Afhankelijk van het model, zijn de haken en
de luchtdichte pakking (onderkant van de
kookplaat), al in de fabriek aangebracht. Zij
mogen dus onder geen voorwaarde worden
verwijderd.
De pakking garandeert de waterdichtheid van
het hele werkoppervlak en voorkomt infiltraties.
Indien dit nog niet in de fabriek is gedaan:
Verwijder de roosters, deksels van de branders
en vlamverdelers en leg de kookplaat op de
kop. Fig. 2.
Plaats de zelfklevende pakking die bij het
apparaat
is geleverd aan de onderkant van de
de klemmen uit het bijgeleverde
kookplaat, haal
zakje met accessoires
en schroef deze in de
daarvoor bestemde punten
aan de onderkant.
Fig 3.
Dient u, als de kookplaat
eenmaal is vastgezet,
de
klem te keren en krachtig
aan te draaien,
Fig 3a.
volgens
Indien het nodig is om de kookplaat te
demonteren, draai dan de klem los en volg de
stappen
in in omgekeerde volgorde op.
3- Het uiteinde van de inlaatpijp van de
gaskookplaat is voorzien van een
schroefvormige elleboog van 1 / 2
Fig. 4. Met deze elleboog
zijn mogelijk:
Een starre verbinding.
Verbinding met een flexibele metalen buis
(L min. 1 m - max. 3 m). In dit geval moet
worden vermeden dat deze buis contact
maakt met de beweegbare onderdelen van
de eenheid waarin de kookplaat is ingebouwd
(een lade, bijvoorbeeld) of dat hij door ruimtes
loopt die verstopt kunnen raken.
Bij beide verbindingen dient u ervoor te zorgen
de elleboog niet te bewegen of te draaien
ten opzichte van de stand waarin hij vanuit de
fabriek komt.
Indien dit apparaat in Frankrijk wordt gebruikt,
moet de in de fabriek geplaatste elleboog
worden verwijderd en vervangen door de
elleboog die in het zakje met accessoires is
geleverd. Fig. 4 a, waarbij u niet moet vergeten
de
pakking ertussen te plaatsen.
Indien de elleboog op de een of andere manier
is gedraaid, moet worden gecontroleerd of de
zone luchtdicht is.
Zorg er altijd voor dat de aansluitingen
luchtdicht is. De fabrikant stelt zich niet
aansprakelijk voor gaslekkages in het geval
de elleboog wordt verplaatst of gedraaid;
noch voor de door de installateur verrichte
aansluitingen.
4-
Kijk op het typeplaatje wat de spanning
en het totaalvermogen is.
Het apparaat moet goed geaard zijn.
Wees er zeker van dat de aansluiting volgens
de wettelijke landelijke regels is gebeurd.Volg
alle voorschriften van het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf op.
Om te voldoen aan de veiligheidsnormen,
moet de installateur een meerpolige schakelaar
aanbrengen, met een openingsafstand tussen
de contacten van tenminste 3 mm. Dit is niet
nodig in het geval van aansluiting op een
stopcontact,
die voor de gebruiker toegankelijk is.
Apparaten die voorzien zijn van een stekker
mogen alleen op een goed geaard stopcontact
worden aangesloten.
Het apparaat is van het type"Y", dit betekent
dat de voedingskabel NIET DOOR DE
GEBRUIKER MAG WORDEN VERVANGEN.
Dit mag alleen worden gedaan door de
technische dienst van het merk. De doorsnede
en soort kabel
dienen geschikt te zijn.
Sleutel niet aan de binnenkant van het
apparaat.Neem zonodig contact op met de
klantenservice.
De kookplaten worden geleverd met een
voedingskabel met of zonder stekker.
TYPE SNOER:
Kookplaat:
Voor gas
5
- Om de aansluiting compleet te maken
moeten de verdelers en de hoedjes van de
brander op de overeenkomstige gaspitten
worden geplaatst. Ook dienen de roosters op
de juiste wijze te worden geplaatst. Fig. 5.
Verandering bij
toepassing van andere
soorten gas
Alvorens het apparaat aan te sluiten, dient u
te controleren of het berekend is op de gassoort
die wordt geleverd.
Als onze kookplaten uit de fabriek komen, zijn
"
.
zij geschikt voor de op het typeplaatje
weergegeven gassoort.
Indien de landelijk geldende voorschriften dit
toelaten (zie typeplaatje), kan de kookplaat
worden aangepast aan andere soorten gas.
Hiertoe moeten de volgende handelingen
worden uitgevoerd:
A ) Vervangen van de inspuiters van de
branders van de kookplaat
1 -Haal de roosters, hoedjes en
kookplaatbrander eraf.
2 - Vervang de inspuiters met behulp van
een buissleutel van 7mm. Draai ze, om
luchtdichtheid te garanderen, helemaal vast.
Fig. 6.
In deze branders hoeft geen afstelling voor
primaire lucht plaats te vinden.
B ) Afstelling voor lager verbruik van de
kranen van de branders op de kookplaat.
1 - Zet de kranen op de laagste stand.
2 - Haal de knoppen van de kranen af. Fig. 7.
3 -
Demonteér in geen geval deze afdichting
4 - Afstellen van de stelschroef.
Voor propaangas en butagas moet de
stelschroef volledig aangedraaid worden.
Voor aardgas moet de schroef naar links
worden gedraaid om de vlam op de juiste
manier af te stellen en wel zó dat de vlam niet
uitgaat of minder gaat branden.
5 - Het is van groot belang dat alle
afdichtingen zijn geplaatst, om er zeker van
te zijn dat eventueel vocht van de kookplaat
geen gevaar kan opleveren.
6 - Plaats de knoppen weer op de kranen.
Demonteer in geen geval de as van de
kraan (Afb. 9): bij storingen dient de kraan
in zijn geheel te worden vervangen.
C) Plaats het etiket waarop staat aangegeven
aan welke gassoort het apparaat is aangepast
in de buurt van het typeplaatje.
Voedingskabel:
3 x 0,5 mm
2