OJ Electronics ETO2 Instructions page 41

Type ETO2
SENSOR INSTALLEREN
Grondsensor – ETOG, Afb. 1+3:
Voor installatie op buitenoppervlakken waar ijs
en sneeuw een terugkerend probleem vormen.
De sensor dient horizontaal ingebouwd te wor-
den. De bovenzijde dient gelijk te zijn aan het
omliggende oppervlak. De sensorkabel dient
geïnstalleerd te worden overeenkomstig actuele
regelgeving.
NB: We raden het gebruik van kabelleidingen
aan om de sensorkabel niet te beschadigen.
De sensor wordt geleverd met gedetailleerde
installatie-instructies.
Wanneer u de ETOG-55 aanbrengt, dient u de
bijgeleverde installatieplaat te gebruiken. Wanneer
u de ETOG-56 gebruikt, dient u de ETOK-1-mon-
tageset te gebruiken.
NB: Verwijder de installatieplaat van de
ETOG-55 voor u de eerste opstartproce-
dure uitvoert.
Gootsensor – ETOR, Afb. 2+4:
Voor installatie in een goot of afvoerpijp aan
de zonkant van het gebouw. U dient te zorgen
dat de contactelementen van de sensor in de
richting wijzen waarin het smeltwater stroomt. U
kunt zo nodig twee sensoren parallel installeren.
De sensor wordt geleverd met gedetailleerde
installatie-instructies.
N.B.: de roze en grijze draden worden
niet gebruikt.
Buitensensor – ETF-744/99, Afb. 2+4:
Hoewel ETF is ontworpen voor gebruik in com-
binatie met de gootsensor ETOR, kunt u ETF
ook los gebruiken om alleen de temperatuur te
laten meten. De sensor dient op de wand, onder
de dakrand aan de noordzijde van het gebouw
gemonteerd te worden.
Waterleidingsensor – ETF-522:
Deze wordt alleen gebruikt voor hydronische
verwarmingssystemen en is bedoeld om de
temperatuur van het toevoer- en retourwater te
meten. Dient rechtstreeks op de leiding beves-
tigd te worden met behulp van strippen.
Sensorkabels:
De ETOG- en ETOR-sensoren worden geleverd
met een kabel van 10 m. Een uitzondering
geldt voor de ETOG-56 die een kabel van 25 m
heeft. De kabels kunnen met behulp van een
standaard installatiekabel worden verlengd tot
ca. 200 m: 6 x 1,5 mm² voor ETOG en 4 x 1,5
mm² voor ETOR. De ETF-kabel kan met circa
50 m verlengd worden. De sensorkabels dienen
geïnstalleerd te worden overeenkomstig actuele
regelgeving. Ze mogen nooit parallel geïnstal-
leerd worden aan stroomkabels: de elektrische
storing kan tot verstoring van het sensorsignaal
leiden.
ETO2:
De eenheid dient op een DIN-rail en in een
goedgekeurd paneel gemonteerd te worden.
Wandmontage:
U kunt de bijbehorende plastic kap gebruiken
voor wandmontage in een binnenruimte.
Sluit de voedingsspanning aan op de aansluit-
punten N en L. Alle elektrische en mechanische
installatiewerkzaamheden dienen te worden
uitgevoerd overeenkomstig toepasselijke lokale
regels.
INSTALLATIE, ELEKTRISCHE VERWARMING
• Regeling van elektrische verwarming met
1 zone, met ETOG (Afb. 3+6):
Sluit 1 of 2 ETOG-sensoren aan op de aan-
sluitpunten 11-20.
Sluit de verwarmingskabel aan op de relais
1, 2 en 3 van de potentiaalvrije uitgang. Volg
daarbij Afbeelding 8.
• Regeling van elektrische verwarming met
1 zone, met ETOR + ETF (Afb. 4+7):
Sluit 1 of 2 ETOR-sensoren aan op de aan-
sluitpunten 11-20.
N.B.: de roze en grijze draden worden niet
gebruikt.
Sluit 1 ETF-sensor aan op de aansluitpunten
31-32.
Sluit de verwarmingskabel aan op de relais
1, 2 en 3 van de potentiaalvrije uitgang. Volg
daarbij Afbeelding 8.
© 2020 OJ Electronics A/S
Nederlands / Instructie
41