Algemene aanwijzingen!
Verandert de LED-toestand zich bij het teachen of inlezen van een vinger niet, beweeg de vinger
dan opnieuw over de sensor.
Het toevallige dubbel knipperen van „LED1" en „LED2" zonder uw tussenkomst, is systeemaf-
hankelijk en heeft geen invloed op het functioneren.
Master-fingerprint
Vóórdat u de verschillende bevoegde personen „inleest", moet eerst een master-vingerafdruk worden
vastgelegd. Latere teachprocedures kunnen alleen met de master-vingerafdruk worden ingeleid. De eer-
ste ingelezen vingerafdruk wordt automatisch als master vastgelegd.
Voor het teachen van de master-vingerafdruk gaat u als volgt te werk:
1. Bedrijfsspanning aan „K1" leggen (indien nog niet uitgevoerd); „LED1" en „LED2" moeten branden!
2. Steek de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP1" Na ca. 10 s dooft „LED2" gaat uit en „LED3" begint
te branden.
3. Positioneer de gewenste vinger zoals afgebeeld tot dediepte-aanslag
in de sensorbehuizing.
4. Ga met de vinger gelijkmatig over de sensor. De vinger moet daarbij
licht worden aangedrukt, zodat hij de beide metaalstroken aan de
onder- en de bovenzijde van de sensor tegelijk raakt. Dit proces mag
niet langer of korter duren dan ong. 1 seconde. Als de vingerafdruk
met succes werd gelezen, dan dooft "LED1" en gaat "LED2" branden.
5. Positioneer dezelfde vinger opnieuw tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
6. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1
seconde te zijn. Werd de tweede fingerprint succesvol ingelezen, dat brandt naast „LED2" ook de
lichtdiode „LED1".
7. Positioneer dezelfde vinger voor de derde keer tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
8. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1
seconde te zijn. Werd de derde fingerprint succesvol ingelezen, dan doven „LED1" en „LED2". Deze
knipperen daarna nog kort.
9. Na ca. 2 s begint „LED2" te branden.
10. Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1". Na ca. 30 s is uw informatie berekend en vers-
leuteld. „LED1" en „LED2" beginnen te branden. De master-teachprocedure is nu afgesloten.
Controleer nu, of de leeseenheid uw mastervinger herkent. Leg hiervoor de zojuist geteachte mastervin-
ger tot aan de diepte-aanslag in de sensorbehuizing op de sensor. De „LED2" dooft hierbij. Trek uw vin-
ger gelijkmatig over de sensor. „LED1" dooft ook. Na ca. 1 s sluit het relais ca. 2 s lang. Daarna branden
„LED1" en „LED2" weer.
Herkent de eenheid de mastervinger niet bij de eerste of tweede poging (geen hoorbaar klikken van het
relais), wis dan de gegevens van de module zoals bij „Wissen van ingelezen vingerafdrukken" beschre-
ven en herhaal de teachprocedure „Master fingerprint".
23