Let er bij de inbouw op, dat de analy-se-eenheid,
die de beide jumpers „JP1" en „JP5" bevat, voor
vreemde personen niet vrij toegankelijk is (b.v.
door lokale scheiding m.b.v. een wand), omdat
deze voor het wissen en teachen van de finger-
prints worden gebruikt.
De jumpers „JP2", „JP3" en „JP4" mogen niet
overbrugd worden en er mogen geen aansluitin-
gen worden aangebracht (productieaansluiting).
Monteer de beide printplaten op de door u beoogde plaatsen. De
afstand tussen de analyse-eenheid en de sensoreenheid mag
maximaal 50 cm bedragen. Een verlenging is niet toegestaan!
De fingerprintmodule kan b.v. direct een deuropener aansturen.
Sluit de deuropener etc. aan de beide klemmen van de potentiaal-
vrije schakeluitgang „K2" (sluitcontact) aan.
Draai de schroeven met een passende schroevendraaier voorzich-
tig vast.
Verbindt de fingerprintmodule met een geschikte spanningsbron. Een geschikte spanningsbron levert
een stabiele uitgangsspanning van 8 VAC of 12 VDC bij 250mA min.
Sluit de spanningsbron in stroomloze toestand aan de schroefklem „K1" aan. Draai de schroeven met
een passende schroevendraaier voorzichtig vast.
De polariteit is hierbij niet van belang. Controleer nogmaals alle stekker- en schroefverbindingen op
vaste montage.
De fingerprintmodule is nu klaar voor gebruik.
Ingebruikneming
Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1" en „JP5".
Na succesvolle inbouw en montage van de fingerprintmodule kan de stroomverzorging van de analyse-
eenheid ingeschakeld worden.
De indicatoren „LED1", „LED2" en „LED3" beginnen te branden. Na ca. 10 s dooft „LED3". Tijdens deze
starttijd wordt het systeem intern gecontroleerd. De fingerprintmodule is klaar voor gebruik.
Teachen van de bevoegde vingerafdrukken
Gebruik voor de teach- en controleprocedure altijd dezelfde vinger (de wijsvinger is
het meest geschikt) en positioneer deze op dezelfde wijze op het midden van de sen-
sor, omdat het teachen anders niet wordt geaccepteerd. Voer de bedienstappen zon-
der langere pauzes uit; de procedure wordt anders automatisch onderbroken of
genegeerd, of het apparaat kan alleen nog door een hardware-reset (zie gelijknamige
paragraaf) weer in de normale bedrijfsmodus worden teruggezet (bescherming
tegen manipulatie).
22