Ingebruikname
Levering controleren
1. Haal alle delen uit de verpakking.
2. Controleer of de ventilator bescha-
digingen vertoont. Als dit het geval
is, gebruikt u de ventilator niet.
Neem dan contact op met ons ser-
vicecenter. De contactgegevens
vindt u op het garantiebewijs.
3. Controleer of alle delen aanwezig
zijn (zie pagina 6).
Ventilator opstellen
Zet de ventilator liefst niet
op plaatsen waar bijv. gebra-
den of gefrituurd wordt, bijv.
in de keuken. Door olie- en
vetspatten kunnen er ver-
ontreinigingen aan de venti-
lator blijven plakken. Grotere
hoeveelheden vastplakken-
de stof en vuil kunnen de le-
vensduur beïnvloeden.
1. Wikkel het netsnoer helemaal af.
2. Zet de ventilator op een vaste,
vlakke en trillingvrije ondergrond.
Let er daarbij op, dat de lucht voor
en achter de ventilator vrij kan cir-
culeren.
3. Steek de netstekker in een stop-
contact.
Gebruik
Continugebruik
1. Zet de draaischakelaar 3 op de
stand ON.
2. Draai de 4-standen-draaischake-
laar 1 op het gewenste prestatieni-
veau.
Het instelbereik ligt tussen '1'
(zwakke luchtstroom) en '4' (sterke
luchtstroom).
Die De ventilatorinstellingen
zijn er 2x.
– Draai de 4-standen-draai-
schakelaar 1 in de richting
van de wijzers van de klok,
als u met een laag presta-
tieniveau wilt beginnen.
– Om direct met een hoog
prestatieniveau te begin-
nen, draait u de 4-standen-
draaischakelaar 1 tegen de
wijzers van de klok in.
3. Zet de draaischakelaar 3 op de
stand OFF om de ventilator uit te
schakelen.
U kunt echter ook de 4-standen-
draaischakelaar 1 op draaien, om
de rotor te stoppen.
Timergebruik
Met de timer kunt u een tijdsduur
instellen. Na afloop van de ingestelde
tijdsduur (max. 120 minuten), schakelt
de ventilator automatisch uit.
1. Draai de draaischakelaar 3 in de
richting van de wijzers van de klok
op de gewenste tijdsduur die de
ventilator moet lopen, bijv. '40'
(= 40 minuten).
7