NORAUTO HF800 Notice D'emploi page 18

VOORSTELLING VAN HET APPARAAT
C. Bedieningselementen
Modustoets:
MODE Selectie van een werkwijze: motor, voertuig, dynamo, revisie
Vermogensindicator:
Het lampje van de schakelaar heeft een groene kleur als het apparaat
correct is aangesloten op de voeding
Laadindicator:
De laadindicator heeft een groene kleur als het apparaat een batterij
correct aan het opladen is
Indicator van opgeladen batterij:
De indicator heeft een groene kleur als de batterij correct en volledig
opgeladen is. Het apparaat gaat automatisch over op onderhoudsladen
(floating mode)
Indicator van de polariteit:
De indicator gaat aan (rode kleur) als een polariteitsomkering plaatsvindt
Indicator modus rijwiel met hulpmotor:
De indicator heeft een groene kleur als deze modus wordt geselecteerd
(voorzien voor kleine voertuigen zoals motorfietsen)
Automodus:
Selecteer deze modus voor het opladen van een voertuig. Indien
geselecteerd heeft de indicator een groene kleur
Analysemodus van de dynamo:
De indicator gaat aan of knippert bij de selectie van deze modus.
A
De indicator knippert (groene kleur) als het apparaat de dynamo
controleert. De indicator gaat aan (groene kleur) als de dynamo correct
werkt of gaat rood aan als de spanning van de dynamo abnormaal is
Revisiemodus:
De indicator heeft een gele kleur als deze modus wordt geselecteerd.
Lagetemperatuurindicator:
De indicator gaat aan als de omgevingstemperatuur onder 0 graden
daalt. Het apparaat zal dus de temperatuur compenseren
17