Bij grotere afstanden tussen de EAA en de mo-
biele stofzuiger moet de afzuigslang deels door
een kunststof buis of een buis van plaatstaal
voor afzuiginstallaties (diameter 50 mm) ver-
vangen
worden.
luchtstroomweerstand in de afzuigleiding af en
wordt de afzuigcapaciteit van de EAA groter.
9.2
Stationaire afzuiginrichting TURBO
Steek de besturingsleidingin de contactdoos
van de afzuiginrichting.
Steek de afzuigslang in de afzuigopening van de
afzuiginrichting (D75).
10
Energietoevoer
Aan de energie-/afzuigarm worden stroom en per-
slucht ter beschikking gesteld.
10.1
Stroom
Alle EAA-varianten beschikken over drie stopcon-
tacten. Het stopcontact [1-3] is permanent stroom-
voerend. De beide stopcontacten AUTO 1 [1-9] en
AUTO 2 [1-5] zijn stroomvoerend wanneer de keu-
zeschakelaar[1-4]in de stand "AUTO" staat. In de
stand "0" en "MAN" worden deze van de span-
ningstoevoer gescheiden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Bij gelijktijdig bedrijf van alle drie de stopcontac-
ten bedraagt het maximale afgegeven vermogen
per stopcontact 1200 W.
Indien de voedingskabel van de EAA in het stop-
contact van een afzuigapparaat gestoken is (zie
hoofdstuk 9.1), dient beslist de maximale belast-
baarheid van het stopcontact van het afzuigap-
paraat in acht te worden genomen. Het totaal
van het afgenomen vermogen van de drie stop-
contacten van de EAA mag de maximale belast-
baarheid
van
het
afzuigapparaat niet overstijgen.
10.2
Perslucht
De EW-varianten beschikken over een niet-regel-
bare aansluiting voor ongeoliede perslucht [1-11].
Daardoor
neemt
stopcontact
van
het
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
de
De perslucht van deze aansluiting kan niet gere-
geld worden, hij komt altijd overeen met de
systeemdruk van de persluchtinstallatie ter
plaatse. Daarom mag aan deze aansluiting geen
Festool perslucht-schuurgereedschap aange-
sloten worden.
De EW/DW-varianten beschikken over een onder-
houdseenheid (zie Afbeelding[2]), bestaande uit
een drukregelaar[2-1], handmatige condensaataf-
scheider [2-8] en smeerbus [2-6], twee regelbare
aansluitingen voor geoliede perslucht [1-6] en een
niet-regelbare aansluiting voor ongeoliede pers-
lucht [2-7]. Aan alle drie de aansluitingen staat de
continudruk ter beschikking die bij de drukregelaar
is ingesteld. De beide aansluitingen voor geoliede
perslucht zijn bestemd voor de aansluiting van per-
sluchtgereedschap.
Voor een werking volgens de voorschriften is ver-
eist:
– perslucht: 6 bar continudruk
– luchtstroom: min. 400 l/min per aangesloten
Festool perslucht-schuurgereedschap.
Gevaar voor letsel
De luchtdruk bij de energie-/afzuigarm mag 8
bar niet overstijgen.
De maximaal toelaatbare continudruk voor
Festool perslucht-schuurgereedschap bedraagt
6,5 bar.
Stel 6 bar continudruk in bij de drukregelaar [2-1]
tijdens de werking van een persluchtgereedschap.
Let op: Bij een te geringe druk (onder 4 bar) functi-
oneert bij de variant EW/DW TURBO/A de pneuma-
tische schuifbediening niet meer foutloos.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
EAA
NL
65