NL
•
De gasbrander moet koud zijn als deze met gas wordt gevuld.
•
De gasbrander mag niet worden gedemonteerd of aangepast.
•
Steek de gasbrander aan met het mondstuk weggericht van
het gezicht en kleding. Denk eraan dat de vlam van de
gasbrander soms moeilijk te zien is.
•
Een leeg gaspatroon mag niet worden doorboord of in vuur
worden geworpen.
•
Hanteer de gasbrander voorzichtig, deze bevat ontvlambaar
gas onder druk.
•
Raak de branderkop niet aan als de gasbrander in gebruik is
of net is gebruikt. Risico op brandwonden.
•
Houd het mondstuk schoon. Laat de gasbrander niet vallen
en stel hem niet bloot aan slagen of stoten.
•
Wees voorzichtig bij de hantering van butaangas. Deze stof is
zeer brandgevaarlijk.
•
Controleer na elk gebruik of de vlamregelaar is ingesteld op
'–' en of de vlam volledig gedoofd is.
•
Laat de gasbrander afkoelen voordat u deze opbergt.
•
Gebruik de gasbrander niet langer dan één uur achter elkaar.
•
Doorboor de gasbrander niet en houd de brander verwijderd
van warmtebronnen en open vuur.
SYMBOLEN
42
Lees de gebruiksaanwijzing.
Goedgekeurd overeenkomstig de geldende
richtlijnen/verordeningen.
Voer kapotte producten af overeenkomstig de
geldende regelgeving.