Werken met de decoupeerzaag
Alleen scherpe zaagbladen zonder beschadigingen
garanderen een optimaal resultaat en zorgen ervoor dat
het apparaat niet wordt overbelast.
1. Schakel het apparaat in met schakelaar 2 (Fig. 5)
en pas het toerental met de knop (1) aan het te
verrichten werk aan.
zacht materiaal =
hoog slagental,
grove vertanding
hard materiaal
=
aag slagental,
fijne vertanding
Aanwijzing:
Let er bij het zagen op, dat de zaagtafel stevig op het
werkstuk ligt.
De decoupeerzaag kan nu met de hand worden geleid.
De aanzet moet met het oog op een mooie zaagsnede
en een optimaal resultaat aan het materiaal zijn aange-
past (bijv. langzame aanzet bij het zagen in metaal).
Bij het zagen in metaal moet op de zaaglijn een beetje
olie worden aangebracht.
Dunne metalen platen moeten op een stevige onder-
grond (multiplexplaat) worden gespannen.
Zo wordt het meeveren van de plaat grotendeels
verhinderd.
Bij het maken van uitsparingen moet eerst een gat
worden geboord dat als aanzetpunt voor de zaag kan
worden gebruikt.
Onderhoud
Gevaar voor verwondingen!
Trek de stekker uit het stopcontact, voordat u
gereedschap wisselt.
Aanwijzing:
Elk apparaat wordt bij het werken met hout door stof
vuil. Onderhoud is daarom absoluut noodzakelijk. Houd
de openingen die voor de koeling van de motor dienen,
altijd vrij van stof en vuil.
1. Maak het apparaat grondig schoon door al het stof
dat bij het zagen ontstaat met een kwastje of een
zachte doek te verwijderen. Controleer of alle
ventilatiesleuven open zijn.
2. Smeer de zuiger en de steunrol regelmatig, na
ca. 30 minuten looptijd met enkele druppels
motorolie (Fig. 6).
Let op!
Gevaar!
EG-conformiteitsverklaring
Afval afvoeren:
Voer het toestel niet via de huisafval af! Het toestel
omvat grondstoffen die recyclet kunnen worden. Bij
Wij verklaren op eigen verantwoording dat dit product
vragen hieromtrent richt u zich alstublieft aan uw
aan de bepalingen van de volgende EG-richtlijnen
plaatselijk afvalbedrijf of aan andere passende
voldoet:
gemeentelijke voorzieningen.
• EG-laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG
• EN 60335-1: 1994+1995
EG-conformiteitsverklaring
• EN 50144-1: 1995 (gedeeltelijk)
• EG-machinerichtlijn 98/037/EEG
Wij verklaren op eigen verantwoording dat dit product
• EN 60335-1: 1994+1995
aan de bepalingen van de volgende EG-richtlijnen
• EN 50144-1: 1995 (gedeeltelijk)
voldoet:
• EG-EMC-richtlijn 89/336/EEG
• EG-laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG en
• EG-laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG
• EN 55014: 1993
93/68/EEG
• EN 60335-1: 1994+1995
• EN 55014-1/A1: 1997,
• DIN EN 60745-1/12.2003
• EN 50144-1: 1995 (gedeeltelijk)
• EN 55014-2: 1997
• DIN EN 60745-2-11/12.2003
• EN 61000-3-2: 1995
• EG-machinerichtlijn 98/037/EEG
• EN 61000-3-3: 1995
• EG-machinerichtlijn 98/037/EEG
• EN 60335-1: 1994+1995
• DIN EN 60745-1/12.2003
• EN 50144-1: 1995 (gedeeltelijk)
• DIN EN 60745-2-11/12.2003
• EG-EMC-richtlijn 89/336/EEG
• EG-EMC-richtlijn 89/336/EEG
• EN 55014: 1993
• DIN EN 55014-1/09.2003
• EN 55014-1/A1: 1997,
• DIN EN 55014-2/08.2002
• EN 55014-2: 1997
Dipl.-Ing. Jörg Wagner
• DIN EN 61000-3-2/12.2001
• EN 61000-3-2: 1995
• DIN EN 61000-3-3/05.2002
• EN 61000-3-3: 1995
PROXXON S.A.
Afdeling apparaatveiligheid
Dipl.-Ing. Jörg Wagner
Dipl.-Ing. Jörg Wagner
PROXXON S.A.
05.09.2005
Afdeling apparaatveiligheid
PROXXON S.A.
Afdeling apparaatveiligheid
- 21 -