5.2.3 Montage kleefbanden
Afhankelijk van de ondergrond kan de montage met de meegeleverde dubbelzijdige
kleefbanden gebeuren. De montage is op verschillende ondergronden zoals bv. met-
selwerk, meubelen, tegels of glas mogelijk.
Bij een montage met kleefbanden, dient de ondergrond van de montage-
1. Een gepaste montagepositie kiezen.
plaats glad, effen, onbeschadigd, zuiver, vet- en oplosmiddelvrij te zijn.
2. De beschermfolie van één zijde van de kleefbanden verwijderen.
3. De kleefbanden aan de achterzijde van het montageonderdeel in de daarvoor
voorziene verdiepingen bevestigen (zie pagina 4 afb 2c).
4. De beschermfolie van de tweede zijde van de kleefbanden verwijderen.
5. Het toestel aan de gewenste positie horizontaal uitrichten en vastdrukken.
6 Bediening
Door draaien van het instelwiel (E) naar rechts of links, wordt de streeftemperatuur
op een schaal van 0 tot 5 manueel gewijzigd.
6.1 Streefwaardecompensatie (offset)
Omdat de temperatuur aan het kamerbedieningstoestel gemeten wordt, kan het
op een andere plaats in de kamer kouder of warmer zijn. Via een streefwaardecom-
pensatie van -2 K tot 2 K in 0,5-K-stappen kan de afwijking gecorrigeerd worden.
1. Instelwiel (E) afnemen. Op de binnenzijde van het instelwiel (E) bevindt zich een
schaal voor de compensatie (zie pagina 5 afb.5)
2. Streefwaardecorrectie (F) op de gewenste plaats in het instelwiel (E) plaatsen.
Bediening
71