afstands-
bediening
Knoppen van de afstandsbediening
Stroom
(
) – Hiermee schakelt u Solo tussen stand-by en aan. Wanneer de eenheid in stand-by staat,
�
brandt het lampje naast de aan/uit-knop op het voorpaneel rood; staat de eenheid uit, dan brandt het
lampje blauw.
Als het lampje naast de aan/uit-knop niet brandt, controleert u of Solo op het lichtnet is aangesloten
en of de schakelaar op het achterpaneel is omgezet (de stip is ingedrukt).
Track-/voorinstellingsselectie (0-9)
u wilt luisteren. U selecteert een track/voorinstelling na 9 door het eerste cijfer van de track (bijv.
ingedrukt te houden tot het cijfer linksonder in het display weergegeven wordt ('1–'). Vervolgens
drukt u het tweede cijfer in.
en
– U kunt deze knoppen gebruiken wanneer u naar de radio luistert. Drukt u in afstemmodus
(zie '
') op
of
, dan wordt de afgestemde frequentie gewijzigd; in voorinstellingsmodus
MODE
wordt het vooringestelde station gewijzigd.
INFO
– Hiermee verandert u de displaymodus voor CD of radio. Wanneer u bijvoorbeeld op
terwijl er een CD wordt afgespeeld, kunt u tussen de huidige trackduur, de resterende trackduur,
CD-tekst (indien beschikbaar) en display met grote tekens schakelen. Voor de radio zijn soortgelijke
opties beschikbaar.
MODE
– U kunt voor sommige bronnen de luistermodus wijzigen.
CD – Om de herhaal/shuffl e modi voor weergave van de CD te doorlopen, drukt u de
De mogelijkheden zijn: 'repeat disc' [herhaal schijf], 'repeat track' [herhaal track], 'shuffl e' (de tracks
op de schijf worden in willekeurige volgorde afgespeeld) en 'repeat shuffl e' [herhaal shuffl e]. Om
deze shuffl e/herhaal modus te annuleren, drukt u
verwijderd.
DAB/FM/AM – Druk op
om tussen de modi 'tune' [afstemmen] en 'preset' [voorinstelling] te
MODE
schakelen. In afstemmodus wordt de afgestemde frequentie (FM/AM) of het geselecteerde station
(DAB) gewijzigd door
of
te drukken. Bij voorinstellingsmodus wordt het vooringestelde station
gewijzigd. Zie de volgende pagina voor meer informatie.
DISP
– Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel aanpassen. U kunt kiezen uit
verschillende helderheids-niveaus, inclusief het uitschakelen van het display.
Bronselectie
– Druk op de toepasselijke knop om de gewenste audiobron te selecteren.
Pijltjesknoppen en OK
– De functie van deze knoppen is afhankelijk van de modus waarin Solo
zich bevindt. Als het confi guratiemenu open is (zie pagina 11), gebruikt u de knoppen omhoog
en omlaag om de confi guratieoptie te selecteren; de knoppen links en rechts om de waarde van
de huidige confi guratieoptie te wijzigen, en
het confi guratiemenu niet geopend is, functioneren de knoppen omhoog en omlaag net als de
voorinstellingsknoppen omhoog/omlaag (hierboven beschreven), en wordt met de knoppen links en
rechts het volume gewijzigd.
Dempen
– Druk eenmaal op deze knop om de luidspreker- en voorversterkeruitgangen van Solo te
dempen. Druk nogmaals op deze knop (of wijzig het volume) om het dempen op te heffen.
MENU
– Druk op de
-knop om naar het confi guratiemenu van Solo te gaan. Dit menu wordt op
MENU
pagina 11 en 12 uitgebreid beschreven. Druk nogmaals op de
Opdrachten voor afspelen CD
(Afspelen) – druk op deze knop om het afspelen van een CD te starten.
4
(Stoppen) – druk op deze knop om het afspelen van een CD te stoppen.
<
(Pauzeren) – druk op deze knop om het afspelen van een CD te pauzeren. Druk nogmaals op deze
;
knop (of druk op 'afspelen') om het afspelen te hervatten.
(Overslaan/Achteruit scannen) – druk op deze knop om achteruit te springen naar het begin van de
�
huidige/vorige track. Houd de knop ingedrukt om achterwaarts te scannen.
(Overslaan/Vooruit scannen) – druk op deze knop om vooruit te springen naar het begin van de
�
volgende track. Houd de knop ingedrukt om voorwaarts te scannen.
(Openen/sluiten) – druk hierop om de CD-lade te openen; druk er nogmaals op om hem te sluiten.
�
– Druk het nummer in van de track of voorinstelling waarnaar
tot de weergavemodus van het display is
MODE
om een handeling te bevestigen (waar nodig). Als
OK
-knop om het menu te verlaten.
MENU
N6
De afstandsbediening
gebruiken
Houd het volgende in gedachten wanneer u de
afstandsbediening gebruikt:
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels
n
bevinden tussen de afstandsbediening
)
1
en de afstandssensor van Solo. De
afstandsbediening heeft een bereik
van ongeveer zeven meter. (Als de
afstandssensor geblokkeerd wordt, kunt
u de ingang voor de afstandsbediening
op het achterpaneel gebruiken. Neem
contact op met uw leverancier voor meer
informatie.)
drukt
INFO
n
De werking van de afstandsbediening
kan onbetrouwbaar worden als er fel
zonlicht of fl uorescerend licht op de
afstandssensor van Solo schijnt.
n
Vervang de batterijen wanneer u
merkt dat het werkingsbereik van de
knop.
MODE
afstandsbediening kleiner is geworden.
Batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
1. Open het batterijcompartiment door
het knopje op het achterpaneel van de
afstandsbediening in te drukken.
2. Plaats twee AAA-batterijen in het
batterijcompartiment volgens de
polariteitindicatie in het compartiment zelf.
3. Druk het batterijdeksel weer terug op zijn
plaats.