3.3) Elektrische aansluitingen
!
Om de veiligheid van de technicus te garanderen en schade aan de componenten te voorkomen, moet de bestu-
ringseenheid bij het uitvoeren van aansluitingswerkzaamheden of bij het insteken van de verschillende kaarten, abso-
luut uitgeschakeld zijn.
• Sluit de besturingseenheid met een kabel van 3 x 1,5 mm
aansluiting op de installatie meer dan 30 m bedraagt, dient u in de buurt van de besturingseenheid voor aarding te zorgen.
• Bij de aansluitingen van dat deel dat op laagstroom werkt dient u kabeltjes te gebruiken met een minimumdoorsnede van 0,25mm
• Gebruik afgeschermde kabeltjes als de lengte meer dan 30 m bedraagt en sluit de mantel alleen aan de kant van de besturingseenheid op
de aarde aan.
• Maak absoluut geen aansluitingen op kabels in boxen onder de grond ook al zijn die helemaal waterdicht.
• De ingangen van de contacten van het type NC (normaal gesloten), indien niet gebruikt, dienen via een brug met "Gemeenschappelijk 24
Vcc" verbonden te worden met uitzondering van de ingangen van de fotocellen indien de functie fototest is ingeschakeld. Zie voor verde-
re informatie paragraaf "Opmerkingen bij de aansluitingen" in het deel "Fototest"
• Als er voor dezelfde ingang meerdere contacten van het type Normaal Gesloten (NC) zijn, dienen deze onderling SERIEEL te worden
geschakeld.
• De ingangen van de contacten van het type Normaal Open (NO) dienen, indien niet gebruikt, vrij te worden gelaten
• Als er voor dezelfde ingang meerdere NO-contacten zijn, dienen deze onderling PARALLEL te worden geschakeld.
• De contacten moeten mechanische contacten zijn en geen enkel potentiaal hebben; aansluitingen in fasen zoals die welke "PNP", "NPN",
"Open Collector" etc. genoemd worden, zijn niet toegelaten.
Voer de nodige aansluitingen uit volgens het schema van afb. 4 en de daaropvolgende beschrijving van de aansluitingen.
Wij herinneren u er aan dat er precieze regelgeving is die nauwgezet opgevolgd dient te worden zowel voor wat betreft de veiligheid van elek-
trische installaties als voor wat betreft de automatische poorten!
4
3.4) Beschrijving van elektrische aansluitingen
We geven hieronder een beknopte beschrijving van mogelijke externe aansluitingen van de besturingseenheid.
Klemmetjes
Functie
1-2-3 :
Stroomvoorziening =
4-5 :
Knipperlicht =
6-–7 :
Gebruikerslicht =
8-9-10 :
Motor1 =
11-12-13 :
Motor2 =
15-16 :
Elektrische slot =
17-18 :
24 Vac =
19 :
Fototest =
20 :
Gemeenschappelijk =
21 :
Lichtje C.A. =
22 :
Stop =
23 :
Foto =
24 :
Foto1 =
25 :
Stap-voor-Stap (PP) =
26 :
Open =
27 :
Sluit =
Antenne =
2
op het elektriciteitsnet aan; als de afstand tussen de besturingseenheid en de
Beschrijving
Lijn van stroomvoorziening van elektriciteitsnet
Uitgang voor aansluiting van knipperlicht op netspanning (Max. 40W)
Spanningvrije uitgang voor aansluiting gebruikerslicht (Max. 5A)
Uitgang voor instructie motor 1
Uitgang voor instructie motor 2
Uitgang 12 Vcc voor activering elektrische slot, maximumvermogen 25W
Stroomvoorziening neveninrichtingen 24 Vac ( Max. 200 mA)
Uitgang fototest - Stroomvoorziening "TX" van de fotocellen - (Max . 75 mA)
Gemeenschappelijk voor alle ingangen
Uitgang voor Lichtje Poort Open 24 Vac ( Max. 2W)
Ingang met functie "Stop" (Stop en korte terugloop)
Ingang voor veiligheidsinrichtingen
Ingang voor andere veiligheidsinrichting
Ingang voor cyclische manoeuvres ("Open" – "Stop" – "Sluit" – "Stop")
Ingang voor opening
Ingang voor sluiting
Ingang voor antenne radio-ontvanger
2
NL
91