Gebruiksaanwijzing
5. PLAATS VAN OPLADER
WAARSCHUWING
RISICO OP EXPLOSIE EN CONTACT MET
ACCUZUUR
NL
5.1 Plaats de oplader zo ver uit de buurt van
de accu als de gelijkstroomkabels toestaan.
5.2 Plaats de oplader nooit recht boven de
accu die wordt opgeladen; gassen uit de
accu zullen de oplader corroderen en be-
schadigen.
5.3 Plaats de accu niet boven op de oplader.
5.4 Zorg dat er nooit accuzuur op de oplader
druipt terwijl u de relatieve dichtheid van de
elektrolyt afleest of de accu vult.
www.herthundbuss.com
6. VOLG DEZE STAPPEN WANNEER
DE ACCU IN HET VOERTUIG IS
GEÏNSTALLEERD
WAARSCHUWING
EEN VONK BIJ DE ACCU KAN EEN ONT-
PLOFFING VAN DE ACCU VEROORZAKEN
DOE HET VOLGENDE OM HET RISICO
OP EEN VONK BIJ DE ACCU TE VERMIN-
DEREN:
6.1 Plaats de AC- en DC-kabel zodanig dat
het risico op beschadiging door de motor-
kap, het portier en bewegende of hete mo-
toronderdelen wordt verminderd.
OPMERKING
Als het nodig is om de motorkap tij-
dens het opladen te sluiten, zorg dan
dat de motorkap het metalen deel van
de accuconnectors niet raakt en de iso-
latie van de kabels niet doorsnijdt.
6.2 Blijf uit de buurt van ventilatorbladen,
riemen, riemschijven en andere onderdelen
die letsel kunnen veroorzaken.
6.3 Controleer de polariteit van de accupo-
len. De PLUSPOOL (POS, P , +) van de accu
heeft gewoonlijk een grotere doorsnee dan
de MINPOOL (NEG, N, -).
95950003
148