"DEVON" - ref. 194 12 01
een extra luchttoevoer op het apparaat of in de kamer.
Het kan zijn dat in het ventilatiesysteem een verticaal
stuk nodig is om de afvoerpijp te verplaatsen naar een
gebied met een lagere druk.
Ø Storing van de druksensor. Schakel de sensor uit.
-
Als dit het probleem oplost, controleer dan alle
voorafgaande punten, voordat u de sensor vervangt.
Ø Beschadiging van de grijze bekabeling tussen het
bedieningspaneel en de druksensor.
-
Controleer de kabels en de aansluitingen.
Ø Storing in de verbrandingsventilator.
-
De ventilator draait niet snel genoeg om voldoende
onderdruk te genereren in de verbrandingskamer.
-
Controleer op het oog of de ventilatormotor werkt.
-
Controleer de voltage van de afzuigmotor met behulp
van de kabels (220 V op positie 5 en 165 V op
positie 1). Vervang de besturingskaart indien het
afgelezen voltage lager is dan 165 V met een
voedingskabel > 220 V.
-
Controleer het drukniveau in de afvoer door de
druksensor uit te schakelen en vervolgens de slang
van de sensor te verwijderen.
-
Controleer de drukwaarden door de slang aan te
sluiten op een trekmeter (de waarde moet tussen de
45 en 50 Pa liggen) bij lage stand. Wanneer de motor
niet in staat is 25 Pa te halen, vervang dan de
verbrandingsventilator.
Ø Vo o r
h e t
o p n i e u w
bedieningspaneel na een storing.
-
Drukt u op On/Off.
5. De vijzelmotor werkt niet goed
-
Het kan zijn dat de branderpot gereinigd moet worden.
Een ophoping in de branderpot kan ervoor zorgen dat
de kachel afslaat.
-
Controleer of het systeem van de pellettoevoer
geblokkeerd wordt.
-
Controleer of het deurtje van de verbrandingskamer
en die van de aslade goed dicht zit. De vijzelmotor
slaat af wanneer er onvoldoende onderdruk is in de
kachel.
-
Neem contact op met uw installateur om het systeem
volledig na te laten kijken.
6. Het lampje van de vijzel knippert, maar de motor
draait niet.
Ø Als het tandwiel niet draait, maar het motoranker wel
probeert te draaien, dan betekent dit dat de vijzel
geblokkeerd wordt. Probeer de oorzaak van de
blokkering te "breken" door er licht tegen aan te tikken
via de valbuis. Als dit het probleem niet oplost, leeg dan
het pelletreservoir en verwijder de vijzelkap. Vergeet
niet de vijzelkap weer luchtdicht op zijn plek te zetten.
Ø Controleer de zekeringen op de besturingskaart.
7 . D e h o g e t e m p e r a t u u r s e n s o r ( 9 3 ° C ) i s
ingeschakeld.
Ø Activeer de temperatuursensor opnieuw en ga op
zoek naar de oorzaak.
-
Betreft het een storing in de ventilator van de
convector of is het te wijten aan een gebrekkige
werking van de temperatuursensor (71°C) ?
-
Schakel de temperatuursensor (71°C) uit.
Gebruiksaanwijzing "1237"
a c t i v e r e n
v a n
h e t
-
Begint de convectieventilator nu met grote snelheid te
draaien ?
-
Zo nee, vervang dan de ventilator. Zo ja, vervang dan
de temperatuursensor (bevindt zich aan de linkerkant)
-
Controleer de zekeringen op de besturingskaart.
8. De convectieventilator werkt niet goed.
-
Reinig alle roosters die zich aan de achterkant en
bovenop het apparaat bevinden.
-
Druk op de bedieningsknop van de ventilator. Treedt
de ventilator in werking ?
-
Druk nogmaals op de knop om er zeker van te zijn dat
de ventilator draait. Zo niet, neem dan contact op met
uw installateur voor een onderhoudsbeurt.
9. Ontsteker - de houtpellets vatten geen vlam.
(Alle andere onderdelen werken, maar de ontsteker
zorgt niet voor ontbranding van de pellets).
-
Controleer of de binnenkant van de branderpot goed
tegen de leiding van de ontsteker aan zit door de
branderpot tegen de leiding van de ontsteker aan te
drukken.
-
Controleer op het oog of de rookgasafvoerventilator
werkt. Zo nee, neem dan contact op met uw
installateur voor een onderhoudsbeurt.
-
Controleer de zekeringen op de besturingskaart.
Opmerking : De ontsteker dient helder oranje te zijn. Is
dit niet het geval, vervang dan de ontsteker.
10. De warmteregeling (indicatiebalk) heeft geen
enkele invloed op de verbranding.
Opmerking : Wanneer het systeemlampje knippert,
betekent dit dat de besturingskaart het apparaat
bedient. Wanneer het lampje continu blijft branden
( z o n d e r t e k n i p p e r e n ) b e t e k e n t d i t d a t d e
besturingskaart de bediening weer overlaat aan de
gebruiker.
-
Als de kachel niet reageert op de knop voor het
instellen van het vermogen (of de warmte), controleer
dan of thermostaat wel omhoog staat.
-
Neem contact op met uw installateur voor een
onderhoudsbeurt.
11. De kachel stopt de hele tijd.
a) Wanneer het apparaat stopt en er onverbrande
pellets of as in de branderpot zitten, dan is de
verbranding gestopt voordat de kachel is afgeslagen.
-
Controleer of de luchtregelklep voor de verbranding
goed is afgesteld.
-
L a a t h e t v e r m o g e n l i c h t t o e n e m e n ( o p d e
indicatiebalk, # 8, bladz. 14). Kwalitatief slechte
pellets hebben een hoger vermogen nodig.
-
Stel de vijzel af totdat de lampjes 2 en 4 gaan branden.
b) Wanneer het apparaat is gestopt en halfverbrande
pellets waarneembaar zijn, dan is de kachel gestopt als
g e v o l g v a n e e n t e k o r t a a n l u c h t , e e n h o g e
rooktemperatuur of een elektrische storing.
-
Stel de luchtregelklep goed af.
-
Controleer of de kachel beter schoongemaakt moet
worden.
-
L a a t h e t v e r m o g e n l i c h t t o e n e m e n ( o p d e
indicatiebalk, # 8, bladz. 14). Kwalitatief slechte
pellets hebben een hoger vermogen nodig.
-
Is er een stroomstoring geweest ?
-
Neem contact op met uw installateur.
Storingen en oplossingen
19