BEDIENINGSELEMENTEN
SR 6 AFSTANDSBEDIENING
Met de afstandsbediening kunnen de belangrijkste functies van de NAD
C 355BEE worden uitgevoerd. De SR 6 heeft extra mogelijkheden voor het
op afstand bedienen van NAD Stereo-receivers, Voorversterkers, CD-spelers,
FM/AM-tuners en de speciale FM/AM/DAB-tuners.
Hij werkt tot op een afstand van 5 m. Voor een maximale levensduur
worden alkalische batterijen aangeraden. Er dienen twee AAA-batterijen in
het batterijvakje achterop de afstandsbediening te worden geplaatst. Let
er bij het vervangen van batterijen op dat ze in de juiste richting worden
geplaatst, zoals aangegeven op de bodem van het batterijvakje.
Wanneer het apparaat een opdracht van de afstandsbediening ontvangt,
knippert de controlelamp Standby/Protection [Slaapstand/Bescherming].
Let wel dat de controlelamp eventueel ook kan knipperen wanneer er een
opdracht wordt ontvangen die niet noodzakelijk voor de C 355BEE maar
voor andere apparaten van de muziekinstallatie is bestemd.
Raadpleeg de eerdere hoofdstukken van de handleiding voor een volledige
beschrijving van de afzonderlijke functies.
1 POWER (AAN/UIT): De afstandsbediening van de NAD 355BEE is
uitgerust met een aparte aan/uit-toets. Dit is met name handig om
componenten in een systeem "gesynchroniseerd" te houden: Op deze
manier schakelen alle componenten over naar stand-by (waakstand)
wanneer op de uit-toets wordt gedrukt en naar de bedrijfsmodus wanneer
op de aan-toets wordt gedrukt, in plaats van dat enkele componenten
naar de bedrijfsmodus schakelen wanneer de versterker op stand-by wordt
gezet. (De andere componenten moeten hiertoe ook op de aparte aan- en
uit-opdrachten kunnen reageren.) Druk op de toets ON om de unit van
stand-by in de bedrijfsmodus te zetten; de stand-by-indicator verandert
van oranje in rood en dan in groen. Druk op de UIT-toets om de unit op
stand-by te zetten. De stand-by-indicator licht oranje op.
2 INGANGEN: De selectietoetsen hebben dezelfde functie als de
overeenkomstige toetsen op het frontpaneel.
3 CIJFERTOETSEN: Met de cijfertoetsen kunnen tracks voor cd-spelers
rechtstreeks worden ingegeven en tevens de kanalen/voorinstellingen
voor de tuners en receivers.
4 DIMMER: Druk op deze knop als u de display van het voorpaneel wilt
dimmen. Afhankelijk van het NAD-model zal de helderheid van de
display van het voorpaneel variëren wanneer u deze knop indrukt.
5 BEDIENINGSELEMENT CD-SPELER (VOOR GEBRUIK MET NAD CD-SPELER)
activeert Pause
activeert Stop
activeert Play [spelen] of schakelt tussen Play en Pause.
/
druk hierop om snel vooruit te zoeken; druk hierop om snel
terug te zoeken.
/
activeert het overslaan van een geluidsspoor. Druk er éénmaal
op om respectievelijk naar het volgende geluidsspoor over te gaan, of om
terug naar het begin van het huidige of een vroeger geluidsspoor te gaan.
activeert het openen en sluiten van de cd-lade. Druk er éénmaal op om de
cd-lade te openen en nogmaals om de cd-lade te sluiten en de cd te spelen.
RPT: Met deze knop schakelt u de stand Repeat Play in voor het
afspelen van een CD. Door deze knop herhaaldelijk in te drukken
schakelt u over van het herhalen van één track naar het herhalen van
alle tracks en vervolgens schakelt u de stand Repeat Play weer uit.
6 BEDIENINGSELEMENT TUNER (VOOR GEBRUIK MET NAD FM/AM/
DAB-TUNERS)
TUNE (afstemmen)
of
scant respectievelijk de hogere of lagere
radiozenderfrequenties op zowel AM, FM en DAB.
PRESET (voorinstelling)
of
selecteert respectievelijk een hogere of
lagere voorinstelling van radiozender.
0
DISP/INFO: Als u deze knop herhaaldelijk indrukt, verschijnt
de informatie zoals die wordt verstrekt door het ingeschakelde
radiostation. De relevante inhoud van de display omvat onder meer
bijbehorende DAB-displayinformatie en RDS-uitzendgegevens.
ENTER: Met een speciale FM/AM/DAB-tuner schakelt u met deze knop
over tussen afstemmen met de hand, afstemmen op voorkeuzestations
en automatisch afstemmen.
AUTO TUNE: Als u deze knop indrukt in de stand DAB, worden
automatisch alle beschikbare lokale stations gescand.
FM MUTE: In de stand DAB activeert u met deze knop Dynamic Range
Control, afstemmen op voorkeuzestations, afstemmen met de hand,
volgorde van stations of andere bijbehorende functies. In de stand
FM selecteert u met deze knop de stereo- of monostand voor FM-
afstemming.
BLEND: Met de Blend-knop schakelt u over tussen het in- en
uitschakelen van de Blend-functie. De NAD Blend functie biedt u de
mogelijkheid de hoeveelheid ruis en geslis die zwakke radiostations
meestal kenmerkt, te verminderen, zonder dat een mono signaal
ontstaat, er blijft een zekere mate van stereo-scheiding behouden.
AM/FM/DAB: In de Tuner-stand, schakelt u met deze knop over naar
de DAB-, FM- en AM frequentiebereiken.
7 SLEEP: Drukt u op SLEEP, dan wordt de ingeschakelde tuner na
een vooraf ingesteld aantal minuten uitgeschakeld. Iedere keer
dat u daarna op deze knop drukt, wordt het aantal minuten tot de
uitschakeling in vooraf ingestelde stappen verminderd, totdat de stand
SLEEP is uitgeschakeld, zoals in de display van het voorpaneel kan
worden weergegeven.
8 TUNER/CD: De schakelaar TUNER/CD schakelt relevante
bedieningsfuncties in voor de tuner in de stand TUNER, en
bedieningsfuncties voor de CD-speler in de stand CD.
9 VOLUME (GELUIDSSTERKTE): Druk op de toetsen VOLUME of om
de geluidssterkte respectievelijk te verhogen of te verminderen. Laat
de toets los wanneer u de gewenste geluidssterkte hebt bereikt.
Het gemotoriseerde bedieningselement voor de geluidssterkte op
het frontpaneel toont de geselecteerde geluidssterkte. De toetsen
VOLUME hebben geen effect op opnames die worden opgenomen
via de uitgangen Tape maar beïnvloeden toch het signaal dat naar de
voorversterkeruitgangen wordt gezonden (PRE OUT 1 en PRE OUT 2).
10 MUTE (DEMPEN): Druk op de demptoets MUTE om de klank naar de
luidsprekers en koptelefoon tijdelijk te dempen. De dempmodus wordt
aangetoond door het knipperen van de controlelamp van de actieve ingang
op het frontpaneel. Druk opnieuw op MUTE om de klank te herstellen. De
dempmodus MUTE heeft geen effect op opnames die worden opgenomen
via de uitgangen Tape maar beïnvloedt toch het signaal dat naar de
voorversterkeruitgangen wordt gezonden (PRE OUT 1 en PRE OUT 2).
11 SPK A, SPK B: De knoppen SPK A en SPK B schakelen de luidsprekers in
en uit die zijn aangesloten op respectievelijk de aansluiting Speakers A
en Speakers B van de geïntegreerde versterker. Door op SPK A te drukken
schakelt u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker
A-aansluitingen. Door op SPK B te drukken schakelt u de luidsprekers AAN
of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker B-aansluitingen. Druk beide
knoppen in als u beide luidsprekers wilt inschakelen.
12 DEV 1/DEV 2: De standaardinstelling voor deze SR 6-
afstandsbediening is DEV 1. In deze stand heeft u met de Tuner/CD-
schakelaar de beschikking over CD-bedieningsfuncties en AM/FM
Tuner-functies. Schakel u over naar DEV 2, dan blijven de bijbehorende
knoppen beschikbaar voor CD-besturingsfuncties en u hebt nu ook de
beschikking over speciale AM/FM/DAB Tuner-functies.