6.5 Monteren / verwisselen van zaagblad
(fi g. 18)
•
LET OP! Netstekker uit het stopcontact ver-
wijderen.
•
Draag bij het hanteren van zaagbladen
steeds werkhandschoenen. Lichamelijk ge-
vaar!
•
Het tafelinzetstuk verwijderen door de twee
verzonken schroeven los te draaien (zie 6.4).
•
De moer losdraaien door de sleutel (30) aan
de moer en de platte open sleutel (31) aan de
motoras aan te zetten om tegen te houden.
•
LET OP! Moer in draairichting van het zaag-
blad draaien.
•
Buitenste flens afnemen en het oude zaag-
blad schuin naar beneden van de binnenste
flens aftrekken.
•
Zaagbladflenzen zorgvuldig schoonmaken
alvorens het nieuwe zaagblad te monteren.
•
Het nieuwe zaagblad in omgekeerde volgor-
de monteren en aanhalen! LET OP! Draai-
richting in acht nemen, de snijschuinte
van de tanden moet in draairichting,
d.w.z. naar voren wijzen (zie pijl op de
zaagbladafdekking).
•
Spouwmes (2) alsmede de zaagbladafdek-
king (4) opnieuw monteren en afstellen (zie
6.2., 6.3)
•
Controleer of de veiligheidsinrichtingen naar
behoren werken voordat u opnieuw met de
zaag werkt.
7. Bediening
7.1. AAN/UIT schakelaar en overbelastings-
schakelaar (fi g. 7)
•
De zaag kan worden aangezet door de groe-
ne knop "I" in te drukken. Wacht met het za-
gen tot het zaagblad zijn maximumtoerental
heeft bereikt.
•
De zaag wordt terug afgezet door de rode
knop "0" in te drukken.
De motor van dit toestel is beveiligd tegen over-
belasting d.m.v. een overbelastingsschakelaar
(46). Als de nominale stroom wordt overschreden
schakelt de overbelastingsschakelaar (46) het
toestel uit.
•
Laat het toestel meerdere minuten afkoelen.
•
Druk op de overbelastingsschakelaar.
•
Schakel het toestel in door de groene knop "I"
in te drukken.
Anl_TE_CC_1825_U_SPK7.indb 97
Anl_TE_CC_1825_U_SPK7.indb 97
NL
7.2. Snijdiepte (fi g. 1)
Het zaagblad (5) kan op de gewenste snijdiepte
worden afgesteld door de kruk (13) te draaien.
Tegen de richting van de wijzers van de klok
in:
kleinere snijdiepte
Met de wijzers van de klok mee:
grotere snijdiepte
7.3. Parallelaanslag
7.3.1. Hoogte van de aanslag (fi g. 21, 22)
•
Schuif de aanslagrail (6) op de parallelle
aanslag (7)
•
De bijgeleverde parallelaanslag (7) heeft twee
geleidevlakken, die van hoogte verschillen.
•
Naargelang de dikte van de te snijden mate-
rialen moet de aanslagrail (6) volgens fig. 21,
voor dik materiaal en volgens fig. 22 voor dun
materiaal worden gebruikt.
•
Om de aanslagrail (6) te verplaatsen moeten
de beide kartelschroeven (w) worden losge-
draaid om de aanslagrail (6) los te kunnen
maken van de parallelaanslag (7).
•
Naargelang de gewenste snijhoogte kan de
aanslagrail in twee verschillende groeven op
de parallelaanslag worden geschoven en met
de kartelschroeven worden vastgezet.
•
De aanslagrail kan worden weggenomen en
naargelang het gebruiksdoeleinde rechts of
links op de parallelaanslag worden bevestigd.
•
De parallelaanslag is in de fabriek haaks t.o.v.
de geleiderail afgesteld. De rail kan, indien
nodig, worden bijgeregeld d.m.v. twee bin-
nenzeskantschroeven (in de parallelaanslag).
•
Indien u de parallelle aanslag moet bijstel-
len: draai de schroeven (u) aan de parallelle
aanslag (7) los. Stel de parallelle aanslag ten
opzichte van het zaagblad (5) parallel resp.
ten opzichte van de geleiderail (9) verticaal in.
Draai de schroeven (u) weer aan.
7.3.2. Snijbreedte (fi g. 1, 21, 22)
•
Tijdens het in de lengte snijden van houten
stukken moet de parallelaanslag (7) worden
gebruikt.
•
De parallelaanslag (7) kan aan weerskanten
van de zaagtafel (1) worden aangebracht.
•
De parallelaanslag (7) moet de geleiderail (9)
van de zaagtafel (1) in worden gezet.
•
Met behulp van de schaal (47) op de gelei-
derail (1) kan de parallelaanslag (7) op de
gewenste maat worden afgesteld.
- 97 -
25.03.13 17:04
25.03.13 17:04