1. Open het deksel en trek de beugel omhoog.
2. Hou de beugel ter hoogte van de uitsparing aan de binnenkant van
het deksel en schuif de veiligheidspin erin. Het deksel blijft nu open.
Het toestel monteren
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel
kunnen dragen zonder te vervormen.
Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig
nakijken.
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van
de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het
gebruikte materiaal en het toestel regelmatig laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen
ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0.5 m rond het toestel.
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Alle toestellen moet via een geaard stopcontact gevoed
worden en mogen niet via een variabele weerstand of dimcircuit gevoed worden, ook al gebruikt u de
variabele weerstand of het dimcircuit als een 0% tot 100% inschakeling.
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
DMX512-aansluiting
Indien van toepassing, sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke XLR-uitgang van een controller (niet
meegelev.) en de andere kant van de mannelijke XLR-ingang [15] van de LX501. U kunt verscheidene
LX501‟s aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2-aderige
afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
De maximaal aanbevolen kabellengte is 500 meter, het aanbevolen maximumaantal toestellen op eenzelfde
aansluiting is 32.
Een DMX eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met
veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. De DMX eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op de XLR-uitgang [16]
van het laatste toestel in de reeks.
7.
Gebruik
Het apparaat stopt niet automatisch wanneer de tank geen rookvloeistof meer bevat; de
pomp blijft werken. Houd het reservoir gedurende het gebruik van het toestel altijd in de
gaten. U kunt het toestel beschadigen wanneer u het zonder rookvloeistof laat werken!
Produceert het toestel weinig of geen rook of maakt het mechanische geluiden, ontkoppel het toestel dan
onmiddellijk van het lichtnet. Controleer de reservoirinhoud, de externe zekering, en de voedingskabel. Ziet u
niets verdachts, koppel het toestel terug aan het lichtnet. Werkt het toestel niet na 30 seconden, schakel het
V. 03 – 08/02/2013
LX501
12
©Velleman nv