4.4. SLUITRICHTING
LHet automatisch systeem SIMPLE is bij de levering zo inge-
steld dat, als u voor het automatisch systeem aan de kant
van het ontgrendelingsmechanisme staat, de slagboom
rechts sluit.
Om de sluitrichting van de slagboom te wijzigen, moet als volgt
worden gehandeld:
1.
Draai de twee schroeven los, Fig. 21 ref.
venkant van de slagboom zitten.
2.
Verwijder het stopplaatje, Fig. 21 ref.
3.
Zet het zojuist verwijderde plaatje er weer in na hem 180° te
hebben gedraaid ten opzichte van de oorspronkelijke positie,
Fig.22 ref.
.
4.
Zet alles weer vast met de twee schroeven, Fig. 22 ref.
Fig. 21
Fig. 21
4.5. BEVESTIGING VAN DE ARM
De afbeelding hieronder heeft betrekking op een links slui-
tende installatie. Bij een rechts sluitende installatie moeten
de afbeeldingen van armbevestiging en van de ontgren-
delingsgroep worden omgedraaid.
Het automatisch systeem SIMPLE kan aan drie verschillende soorten
arm worden bevestigd:
Enkele arm L=4 m.
•
Telescopische arm L=3.15 m.
•
Enkele arm L=3 m met lichten of rubberen rand.
•
De wijze van bevestiging is bij alle drie de armen hetzelfde,
alleen moet de bijbehorende houder worden gebruikt.
Volg de volgende instructies om de arm te bevestigen:
1.
Assembleer de plaat van de ar-
mhouder, Fig. 23 ref.
, met de
gekozen bijbehorende houder,
Fig. 23 ref.
met behulp van alleen
de achterste twee schroeven.
2.
Draai de twee schroeven vast.
3.
Steek de gekozen arm tussen de
houder en de plaat.
In het uiteinde van de arm zit een
gat. Het gat moet zo worden ge-
richt dat de veiligheidsschroef
erin kan worden gestoken,
Fig. 24 ref.
, om te voorkomen
dat de arm naar beneden kan
glijden wanneer hij verticaal staat.
4.
Oriënteer de arm goed en steek de veiligheidsschroef erin.
5.
Maak de arm verder vast met de andere twee schroeven,
Fig. 25.
6.
Plaats het geheel op de meenemer, Fig. 26 ref.
daarbij rekening met de in de afbeelding aangegeven oriën-
tatie in geval van een linkse sluiting.
De arm moet altijd in de verticale stand worden gemon-
teerd, ongeacht de sluitrichting.
, die aan de bo-
.
7.
.
Sluit vervolgens de bekabeling van de besturingseenheid aan
•
volgens de eigen wensen, door de betreffende instructies te
volgen.
Sluit de voedingskabel aan op de
•
schroefaansluiting in het motordeel.
Fig. 22
Fig. 22
Draai de sleutel op de stand WE-
•
RKING, zie paragraaf 7.
Schakel de voeding naar het systeem
•
in en controleer of alle aangesloten
accessoires goed werken, en let daarbij met name op de be-
veiligingsvoorzieningen.
Voer de programmeringsprocedure uit door de instructies van
•
de besturingseenheid te volgen.
Corrigeer, indien nodig, de positie van de arm door aan de be-
•
vestigingsmoeren van de armhouderplaat van de arm.
Sluit, zodra de programmering van de besturingseenheid is vol-
•
tooid en na te hebben gecontroleerd of het automatisch systeem
goed werkt, de centrale ruimte met de drie bijgeleverde schroe-
ven, en zet de doppen erop zoals aangegeven in Fig 28.
Zet de onderkant van de behuizing van de armhouderplaat, Fig.
•
29 ref.
plaat te haken, Fig. 29 ref.
Fig. 23
Fig. 23
Zet de bovenkant van de behuizing er weer op, Fig. 30.
•
Draai de sleutel op de stand STOP, zie paragraaf 6.
•
Zet de behuizing van het ontgrendelingsmechanisme op zijn
•
plaats zoals geïllustreerd in Fig. 31, en bevestig hem met behulp
van de twee bijgeleverde schroeven.
Fig. 24
Fig. 24
, en houd
Draai de sleutel weer op de stand WERKING, zie paragraaf 7.
•
35
Fig. 25
Fig. 25
Controleer of de arm perfect verticaal staat en draai de vier
moeren vast.
5. INBEDRIJFSTELLING
Neem bij het aansluiten van
de voedingskabel 230/115 Vac
de aanwijzingen van Fig. 27 in
acht.
, op zijn plaats door hem in de twee vrije gaten op de
.
Fig. 28
Fig. 28
Fig. 30
Fig. 30
Fig. 26
Fig. 26
Fig. 27
Fig. 27
Fig. 29
Fig. 29
Fig. 31
Fig. 31