Tweede Batterijdrager Monteren; Batterij-Omvormer/Oplader Aansluiten - HOPPECKE sun | powerpack classic 5.5/24 Manuel D'installation Et D'utilisation

14. Verbind beginnende van rechts de centrale ontgassing van de batterijblokken (zwart mem-
braanklep in de buurt van de pluspool) met behulp van de meegeleverde pvc-slang en de
bijbehorende T- en L-stukken met elkaar. Begin met een L-stuk op de blokbatterij op de
rechter dragerrand.
15. Verleng de pvc-slang en verbind deze met het L-stuk. Steek dan het T-stuk in de zwarte mem-
braanklep van de centrale ontgassing van de volgende blokbatterij. Aan het andere uiteinde
van het T-stuk verbindt u de pvc-slang met het volgende T-stuk. Ga verder met deze werkwijze
tot alle batterijen met elkaar verbonden zijn (zie Afbeelding 6).
Afbeelding 6: Voorbeeld centrale ontgassing
16. Bevestig de condensafscheider 1 met tie-wraps links onderaan op de drager (zie Afbeelding 7).
Verbind het uiteinde van de pvc-slangverbinding van de blokbatterijen met de invoeropening
van de condensafscheider.
De invoeropening van de condensafscheider wordt met een langere pvc-slang binnen de behuizing
verbonden, de uitvoeropening met een kortere. De invoer- en uitvoeropeningen mogen niet worden
verwisseld!
Afbeelding 7: Condensafscheider bevestigd op de drager
17. Snijd een andere pvc-slang op een lengte van ca. 5 cm en verbind deze met de uitvoeropening
van de condensafscheider. Steek het uiteinde van de pvc-slang door de opening uit de drager.
18. Breng de meegeleverde kabelschroefverbindingen op de linker zijde van de drager naar binnen
wijzend aan (zie Afbeelding 8). Bevestig de kabelschroefverbindingen met de contramoeren.
1 Aangezien ook gesloten batterijen, onder extreme bedrijfsomstandigheden, zuurdeeltjes (zogenaamde zuuraerosolen) kunnen uitlopen, dient
de condensafscheider om de consument te beschermen tegen uitlopende zuuraerosolen.
Montage- en gebruikshandleiding sun | powerpack
714 080 2000 V1.0 (03.2015)
96
classic
Afbeelding 8: Bovenste vlak van de drager met kabelschroefverbindingen

7.1.1 Tweede batterijdrager monteren

Volgende uitvoeringen hebben enkel betrekking op de sun | powerpack
en 22.0/48:
1. Voer aan de tweede batterijdrager de montagestappen 1, 3, 8-11 en 14-17 van hoofdstuk
7.1 uit.
2. Breng twee kabelschroefverbindingen aan op de nog open doorgangsboringen van de eerste
batterijdrager. De resterende twee kabelschroefverbindingen moeten aan de linker zijde op de
tweede batterijdrager worden aangebracht.
3. Steek de kabelset (2m rood gemarkeerd en 2,4m zwart gemarkeerd) door de kabelschroefver-
bindingen van de eerste drager in de tweede.
4. Sluit de kabel aan op de platte aansluitingen van de zekeringlastscheider op de eerste drager.
Er moet worden op gelet dat de bovenste en onderste kabelschoen gedraaid op elkaar worden
aangesloten (zie Afbeelding 5). Let op de correcte verpoling en het vereiste aanhaalmoment.
5. Sluit met behulp van de poolschroeven de kabelset aan de kant van de met kunststof geï-
soleerde kabelschoenen aan op de plus- en minsysteempolen van de tweede batterijdrager.
6. Draai de gebruikte kabelschroefverbindingen vast om voor een trekontlasting van de verbin-
dingskabel te zorgen.

7.2 Batterij-omvormer/oplader aansluiten

1. Neem de 2,5 m lange kabelset en steek deze (bij NH00-schakelaar: met de M8 kabelschoen;
bij NH2-schakelaar: met de M10 kabelschoen) door de linker openingen in de drager.
2. Bevestig de kabelschoenen van de twee kabels op de aansluitruimte van de zekeringlastschei-
der aan de uitgaande zijde.
3. De kabelschoenen moeten op de schakelaar met onderstaande draaimomenten worden beves-
tigd: NH00 schakelaar: 12 - 15 Nm; NH2 schakelaar: 30 - 35 Nm.
4. Bevestig de nog open uiteinden van de kabel op de batterij-omvormer/oplader. Let hierbij op
de geldige voorschriften van de fabrikant van de lader.
5. Draai de gebruikte kabelschroefverbindingen vast om voor een trekontlasting van de verbin-
dingskabel te zorgen.
Montage- en gebruikshandleiding sun | powerpack
systemen 16.0/48
classic
classic
714 080 2000 V1.0 (03.2015)
97