Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur ter plaatse binnen het bereik tussen +3°C en +40°C ligt.
Indien het water binnen de tank bij een lage temperatuur bevriest, dan gaat de hele boiler kapot, hetgeen door
de garantie niet gedekt wordt.
De waterverwarmer is geen speelgoed.
Houd hem buiten het bereik van kinderen, zodat zij niet er kunnen mee spelen. Eveneens mag dit
apparaat niet worden gebruikt door personen die zekere fysieke, mentale of sensorische
beperkingen / afwijkingen hebben, die weinig kennis en ervaring hebben en/of niet voldoend
geïnstrueerd zijn over de juiste hantering van dergelijke toestellen, tenzij dit onder toezicht
gebeurt van een persoon die verantwoordelijk is voor het opvolgen van de veiligheidsmaatregelen.
Alle montage-, sanitaire en elektrische werkzaamheden mogen alleen door speciaal geschoold
deskundig personeel worden uitgevoerd.
6.1. Plaatsing en installatie.
Installatie van de boiler moet gebeuren met inachtneming van de markering op de behuizing van het
toestel, en volgens deze Tabel:
MARKERING
IF-V, ID-V, IB-V, FEA-V
IF-H, ID-H, IB-H
Het is raadzaam om de boiler zo dicht mogelijk te plaatsen bij de verbruiker van het te verwarmen
water, om warmteverliezen in leidingen voor zover mogelijk te verminderen.
Bij het boren van gaten aan de wand (perforatie) moet u nodige voorzorgsmaatregelen treffen, zodat
de evtl. erachter liggende leidingen (kanalen, draden) niet beschadigd worden. Als u een plaats kiest voor de
montage, moet u ook het totale gewicht van de gevulde boiler in acht nemen. Zwakke vloeren en wanden,
indien deze het totaalgewicht niet kunnen dragen, moeten worden behoorlijk versterkt.
De boiler wordt opgehangen aan een speciale houder (beugel aan de behuizing) m. b. v. de in de wand
gestoken ankerhoeken (niet meegeleverd). De hoeken in de wand dienen zodanig te worden vastgezet dat er
elke mogelijkheid wordt uitsloten voor een vrije verplaatsing van de houders.
Met het oog op het verdere onderhoud van de boiler moet de afstand tussen het beschermingsdeksel en
een dichtstbijzijnd oppervlak (in de richting van de as van de afneembare flens) tenminste 30 cm bedragen,
en dit voor alle modellen.
Om materiële schades aan (derde) personen of eigendommen te voorkomen als gevolg van
eventuele storingen aan de warmwatervoorziening, moet de boiler enkel in de lokalen worden
geïnstalleerd met een deugdelijke waterdichting van vloeren alsmede met een drainage
(waterafvoer naar het riool). Onder geen omstandigheden mag de boiler op voorwerpen
rusten die gevoelig zijn voor vocht. Indien de boiler moet zich in een onbeschermde ruimte
bevinden, dan is het noodzakelijk om een carter onder de boiler te plaatsen, met een
waterafvoergoot naar het rioolnet.
Ingeval de boiler zich op een moeilijk bereikbare plaats bevindt, waar het noodzakelijke
(garantie)onderhoud belemmerd wordt (entresols, nissen, holtes tussen verdiepingen e.a.), moet elke
demontage / terugmontage door de klant zelf worden uitgevoerd, maar in elk geval op zijn kosten.
Opmerking: de boven aanbevolen carter wordt niet meegeleverd.
6.2. Aansluiting op watertoevoer.
Het koude water uit het centrale watervoorzieningsnet dient te worden geleverd naar de boiler via
een voorfilter met een afscheidingsgraad van min. 200 micron.
Zet de veiligheidsklep (Fig. 1, pos. 5) aan de koudwater-ingang (van een blauwe ring voorzien, zie
Fig. 1 pos. 3), draai hem 3,5 – 4 slagen heen, en dicht hem af met ongeacht welk afdichtingsmateriaal (vlas,
PTFE-band e. a.).
Tijdens het werken van de boiler kunt u soms zien dat er een stukje kabel uit het stoomuitlaat-mondstuk
aan de veiligheidsklep verschijnt; dat is geen storing, zo wordt gewoon de overdruk binnen de tank afgelaten.
Het is aanbevolen om een passende rubber- of siliconenslang aan het stoomuitlaat-mondstuk te zetten, om de
stoom/vocht te kunnen afvoeren die bij het opwarmen ontstaat, alsook om de overdruk te laten ontsnappen.
Aansluiting op het waterleidingssysteem mag worden uitgevoerd enkel en alleen zoals hieronder
beschreven (zie Fig. 1), met gebruikmaking van koper-, kunststof- of metaal plastic pijpen, alsmede van
speciale flexibele fittingen en verbindingsstukken.
NL
6. MONTAGE EN AANSLUITING
INHOUD
V – verticaal, verbindingsbuizen naar
30-100 ltr
H – horizontaal, verbindingsbuizen naar
30-100 ltr
NL
ORIËNTERING
beneden gericht
beneden gericht