Daikin EKOMB22AAV1H Instructions D'installation page 208

Geen verwarming (CV)
Mogelijke oorzaken:
Het service display geeft een balkje (
weer. De ketel staat uit.
Nee È
Kamerthermostaat/weersafhankelijke regeling
niet gesloten of defect.
Nee È
Pomp draait niet. Display geeft 80 en 1 weer.
Nee È
Geen spanning (24 V).
Het vermogen is verminderd
Mogelijke oorzaken:
Op hoog toerental is het vermogen met meer
dan 5% afgenomen.
CV komt niet op temperatuur
Mogelijke oorzaken:
Waterdruk in installatie is te laag
Nee È
Instelling kamerthermostaat niet in orde.
Nee È
Temperatuur is te laag ingesteld.
Nee È
Pomp draait niet goed. Pompstand is te laag.
Nee È
Geen doorstroming in de installatie.
Nee È
Het ketelvermogen is niet goed ingesteld voor de
installatie.
Nee È
Geen warmte overdracht door vervuiling in de
wisselaar/installatie
Geen warmwater (WW)
Mogelijke oorzaken:
Het service display geeft niets aan..
Nee È
Het service display geeft niets aan.
Nee È
Flow sensor is defect.
Nee È
Tapflow < 1,5 l/min.
Nee È
Geen spanning op de stromingsschakelaar (5V
DC).
Nee È
Daikin Europe NV
Oplossing:
-
Schakel de ketel in m.b.v. de
)
Ja Æ
Controleer de bedrading.
Controleer OpenTherm en Aan/uit aansluiting van het toestel
Ja Æ
Vervang de thermostaat.
Vervang de weersafhankelijke regeling.
Controleer de spanning.
Controleer connector X2.
Ja Æ
Steek met een schroevendraaier in de gleuf van de as van de pomp en draai de as.
Vervang defecte pomp.
Vervang defecte automaat. Controleer de bedrading volgens het schema.
Ja Æ Controleer de connector X4.
Vervang de defecte automaat.
Oplossing:
Controleer
Ja Æ
Reinig toestel, sifon en afvoersysteem.
Oplossing:
Ja Æ Vul de installatie bij.
Ja Æ Controleer de instelling en pas deze eventueel aan: Instellen op 0,1 A.
Verhoog de CV-temperatuur Zie Bedrijf CV. Indien een buitenvoeler aanwezig is:
Ja Æ
Controleer de buitenvoeler op kortsluiting: hef deze op.
Ja Æ Verhoog de pompstand, of vervang de pomp.
Ja Æ Controleer of er doorstroming is: er moeten minimaal 2 of 3 radiatoren open staan.
Ja Æ Pas het vermogen aan. Zie Instelling maximaal CV-vermogen.
Ja Æ Spoel de wisselaar/installatie CV-zijdig.
Oplossing:
Ja Æ Controleer of de stekker in het contact zit.
Ja Æ Controleer de zekering. Zie electrisch schema §10.1
Ja Æ Vervang de flow sensor.
Ja Æ Verhoog de tapflow.
Ja Æ Controleer de bedrading volgens het schema..
toets.
toestel, sifon en afvoersysteem op vervuiling.
46