3 Plaats de koptelefoon en het audioapparaat in de koppelingsmodus dicht
bij elkaar.
Wanneer de koptelefoon is gekoppeld met het audioapparaat, gaat het
constant branden van het indicatorlampje
Testen en gebruiken
Controleer of de koptelefoon en het audioapparaat samenwerken:
1 Plaats de koptelefoon op uw hoofd.
2 Speel muziek af op het audioapparaat.
Als de koptelefoon en het audioapparaat correct zijn gekoppeld, hoort u
muziek in de koptelefoon.
Controleer of de koptelefoon en de telefoon samenwerken :
1 Plaats de koptelefoon op uw hoofd.
2 Start een gesprek vanaf de telefoon.
Als de koptelefoon en de telefoon correct zijn gekoppeld, hoort u de
telefoon overgaan in de koptelefoon.
Koppelen met andere apparaten
Op de koptelefoon kunnen koppelingsgegevens voor maximaal 8
verschillende apparaten in chronologische volgorde worden opgeslagen.
Als u probeert met meer dan 8 apparaten te koppelen, wordt het oudste
gekoppelde apparaat uit de lijst verwijderd.
De koptelefoon start automatisch een verbinding met het laatste apparaat
waarmee een koppeling tot stand is gebracht door het inschakelen van de
koptelefoon of het indrukken van de gespreksknop. Als u de koptelefoon
wilt verbinden met een ander apparaat in de lijst met gekoppelde
apparaten, start u de verbinding vanaf dat apparaat. Het apparaat dat
vervolgens een verbinding met de koptelefoon maakt, wordt het "laatste
verbonden" apparaat.
Y
over in snel knipperen.
Nederlands
57