NEDERLANDS
De zaagbladen zijn bevestigd aan een magnetische
strip. Als u een blad wilt uitnemen, drukt u op een zijde
van het blad, zodat u het blad aan de omhoogkomende
zijde kunt vastpakken.
Sluit het klepje (3) van de opbergruimte en controleer of
het klepje vergrendeld is.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat het klepje goed dicht zit
voordat u de zaag gebruikt.
Overige risico's
Er kunnen zich tijdens het gebruik van het gereedschap ook
andere risico's voordoen die misschien niet in de
bijgevoegde veiligheidswaarschuwingen worden vermeld.
Deze risico's kunnen zich voordoen als gevolg van
onoordeelkundig gebruik, langdurig gebruik, enz.
Zelfs als de veiligheidsvoorschriften in acht worden
genomen en de veiligheidsvoorzieningen worden
geïmplementeerd, kunnen bepaalde risico's niet worden
vermeden. Deze omvatten:
Verwondingen die worden veroorzaakt door het
aanraken van draaiende of bewegende onderdelen.
Verwondingen die worden veroorzaakt bij het
vervangen van onderdelen, bladen of accessoires.
Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig
gebruik van het gereedschap. Als u langere periodes
met het gereedschap werkt, is het raadzaam om
regelmatig een pauze in te lassen.
Gehoorbeschadiging.
Gezondheidsrisico's als gevolg van het inademen van
stof dat door gebruik van het gereedschap wordt
veroorzaakt (bijvoorbeeld tijdens het werken met hout,
vooral eiken, beuken en MDF).
Gebruik
Instellen van de zaagschoen voor verstekzagen (fig. C)
De zaagschoen (4) kan worden ingesteld om recht of onder
een hoek van 45° (links of rechts) onder verstek te zagen.
Draai de schroeven (9) los.
Trek de zaagschoen (4) naar voren. Draai de
zaagschoen (4) naar links of rechts en druk deze terug
in de positie voor verstekzagen onder een hoek van
45°.
Draai de schroeven (9) vast.
Om de zaagschoen weer voor rechte zaagsneden af te
stellen:
Draai de schroeven (9) los.
Trek de zaagschoen (4) naar voren. Draai de
zaagschoen naar het midden en druk de zaagschoen
terug in de positie voor zagen onder een hoek van 0° .
Draai de schroeven (9) vast.
30
Variabele snelheidsregeling
De machine heeft een aan/uit-schakelaar met
variabelesnelheidsknop (1). De bedieningssnelheid hangt af
van hoever u de schakelaar indrukt.
Gebruik een hoge snelheid voor hout, een gemiddelde
snelheid voor aluminium en PVC en een lage snelheid
voor metalen anders dan aluminium.
In- en uitschakelen
U schakelt het gereedschap in door op de aan-
uitschakelaar met variabele snelheden (2) te drukken.
U schakelt het gereedschap uit door de aan-
uitschakelaar met variabele snelheden (2) los te laten.
Druk de vergrendelingsknop (1) in en laat de aan-
uitschakelaar (2) los om de continustand te activeren.
Druk vanuit de continustand op de aan-uitschakelaar (2)
en laat deze los om de continustand te deactiveren.
Zagen
Houd het gereedschap stevig met beide handen vast tijdens
het zagen.
De zool (4) moet stevig worden gedrukt tegen het materiaal
dat wordt gezaagd. Zo voorkomt u dat de zaag gaat
springen, vermindert u de vibratie en beperkt u bladbreuk tot
een minimum.
Laat het blad een paar seconden vrij bewegen voordat
u begint te zagen.
Voer slechts geringe druk op het gereedschap uit terwijl
u zaagt.
Tips voor optimaal gebruik
Gelaagde materialen zagen
Wanneer u laminaat zaagt, kan splintervorming optreden
waardoor de bovenkant beschadigd kan raken. De meeste
zaagbladen zagen tijdens de opwaartse slag. Als de zool
zich op de bovenkant van het laminaat bevindt, moet u een
zaagblad gebruiken dat tijdens de neerwaartse slag zaagt
of:
Gebruik een zaagblad met fijne tanden.
Zaag vanaf de achterzijde van het werkstuk.
Klem een stuk afvalhout of hardboard aan weerszijden
van het werkstuk en zaag door al deze lagen om de
splintervorming te minimaliseren.
Metaal zagen
Houd er rekening mee dat het zagen bij metaal veel meer tijd
kost dan bij hout.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het zagen
van metaal.
Klem bij dun plaatmetaal een stuk afvalhout aan de
achterzijde van het werkstuk en zaag door beide lagen.