nl
Aanwijzing
Dooiwatergootje en afvoergaatje, afb. #,
regelmatig met een wattenstaafje of iets
dergelijks schoonmaken zodat het
dooiwater kan weglopen.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed
■
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Een nisdiepte van 560 mm
■
aanhouden.
Een kleinere nisdiepte leidt tot een
hoger energieverbruik.
Warme dranken laten afkoelen
■
voordat u ze in het apparaat zet.
Deuren van het apparaat zo kort
■
mogelijk openen.
Om een verhoogd stroomverbruik te
■
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
De ordening van de uitrustingsdelen
■
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
60
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Leg er zo nodig iets
onder.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.