Ingebruikname
Het plafondalarm is na het plaatsen van de batterijen en de montage direct klaar voor gebruik.
Met de toets „ARM/DISARM" wordt het plafondalarm geactiveerd resp. gedeactiveerd. Richt daarvoor de
roodachtig/transparante voorkant van de IR-afstandsbediening op het rode kunststofdeksel op het plafon-
dalarm.
De IR-afstandsbediening werkt in een 30°-hoek ten opzichte van de IR-ontvanger in het plafondalarm, de
maximale afstand bedraagt ca. 6 m.
Stand-by
• rode LED uit
• groene LED uit
Scherpstelfase
• rode LED uit
• groene LED aan
• een pieptoon
Alarmgereedheid
• rode LED knippert
• groene LED uit
45 seconden
Alarmvertraging, 15s
• rode LED knippert
• groene LED uit
Alarm geactiveerd, 45s
• rode LED knippert
• groene LED uit
• Alarm is voor 45
seconden geactiveerd
en wordt daarna
automatisch beëindigd
• Na een pauze van
45 seconden is het
plafondalarm weer
scherpgesteld
Standby (ruststand):
Als in het plafondalarm batterijen worden geplaatst of een externe netvoedingadapter wordt aangesloten,
schakelt het plafondalarm op standby-werking. Hier brandt geen enkele LED.
Achter de transparante PIR-sensorlens gaat een rode LED branden, zodra het plafondalarm een warmtever-
andering in het registratiebereik waarneemt. Deze functie kan ervoor worden gebruikt, het registratiebereik
van de PIR-bewegingsmelder te controleren.
Het plafondalarm kan nu met de IR-afstandsbediening worden geactiveerd.
Scherpstelfase:
Als het plafondalarm zich in de standby-werking bevindt, drukt u een keer kort op de toets „ARM/DISARM"
op de IR-afstandsbediening. Het plafondalarm schakelt naar de zogenaamde scherpstelfase. Er klikt een
kort piepje en de groene LED gaat ca. 30 seconden branden. Tijdens de scherpstelfase kunt u het plafon-
dalarm door drukken op de toets „ARM/DISARM" weer in de standby-werking schakelen.
Wordt de scherpstelfase niet onderbroken, dan wordt het plafondalarm na 30 seconden scherpgesteld, en
is het gereed voor een alarm.
☞
U moet daarom het registratiebereik binnen deze 30 seconden hebben verlaten, om geen alarm
te activeren.
Alarmgereedheid:
Na de scherpstelfase van 30 seconden schakelt het plafondalarm automatisch in de alarmgereedheid. De
groene LED gaat uit en de rode LED begint te knipperen. Het plafondalarm is nu scherpgesteld en contro-
leert het registratiebereik van de PIR-bewegingsmelder op warmteveranderingen.
Alarmvertraging:
Als het plafondalarm is scherpgesteld (rode LED knippert), activeert elk betreden van het registratiebereik de
alarmvertraging, die 15 seconden duurt (nog geen alarm te horen).
Als binnen deze 15 seconden de toets „ARM/DISARM" op de IR-afstandsbediening wordt ingedrukt (richt
daarbij de voorkant van de IR-afstandsbediening op het plafondalarm!), dan wordt het plafondalarm uitge-
schakeld en gaat terug naar de standby-werking.
Als u naar huis komt en de woning betreedt, heeft u dus 15 seconden de tijd om het plafondalarm te deac-
tiveren, zodat het alarm niet afgaat.
Alarm geactiveerd:
Werd de bewakingszone onbevoegd betreden (geen deactivering van het plafondalarm door de IR-afstands-
bediening), dan wordt 15 seconden na het waarnemen van een warmteverandering in het registratiebereik
het alarm 45 seconden geactiveerd.
Daarna wordt het alarm automatisch uitgeschakeld. Na een wachttijd van 45 seconden is het plafondalarm
opnieuw scherpgesteld en activeert evt. een nieuw alarm, als in het registratiebereik van de PIR-bewegings-
melder een warmteverandering wordt waargenomen.
Controleren van het registratiebereik
• Zet het plafondalarm in de standby-werking (er brandt/knippert geen LED, plafondalarm gedeactiveerd).
• Beweegt u zich in het registratiebereik van de PIR-bewegingsmelder.
• Als een warmteverandering wordt herkend, gaat achter de transparante PIR-sensorlens een rode LED
branden. Evt. kan de kamer iets donkerder worden gemaakt, zodat de LED beter te zien is.
Onderhoud en schoonmaken
Afgezien van het af en toe vervangen van de batterijen of accu's is het product voor u onderhoudsvrij.
Het product mag alleen door een vakman gerepareerd en onderhouden worden.
Maak het product schoon met een, zachte, schone, droge doek.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen, omdat de behuizing
Eén keer kort indrukken
daardoor beschadigd kan raken of de juiste werking negatief kan worden beïnvloed.
Afvoer
a) Algemeen
30 seconden vertraging
Voer het product aan het einde van zijn levensduur af in overeenstemming met de geldende
om de bewakingszone
wettelijke bepalingen.
te verlaten
Neem de geplaatste batterijen/accu's eruit en voer deze gescheiden van het product af.
b) Verwijderen van gebruikte batterijen/accu's
U bent als eindgebruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen/accu's in te
leveren; afvoer via huishoudelijk afval is niet toegestaan!
Batterijen en accu´s met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door de hiernaast afgebeelde
Beweging wordt
symbolen, die erop wijzen, dat de batterijen/accu´s niet via het gewone huisvuil weggegooid
herkend
mogen worden. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg =
kwik, Pb = lood.
Binnen 15
seconden één
Uw lege batterijen/accu's kunt u kosteloos inleveren bij de inzamelpunten in uw gemeente, bij al onze vesti-
keer kort indruk-
gingen en overal waar batterijen/accu's worden verkocht!
ken, om het
plafondalarm te
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu!
deactiveren
Vindt binnen 15 secon-
Technische gegevens
den geen deactivering
a) Plafondalarm
van het plafondalarm
plaats, dan gaat het
Stroomtoevoer ............................. 4 Batterijen/accu's van het type Baby/C
alarm af
Stroomopname ............................ca. 1,1 mA (standby-modus) resp. max. 120 mA (alarm)
Levensduur batterij ......................ca. 6 maanden
PIR-detectiebereik .......................360°
Alarmgever ..................................piëzoalarm, 100 dB(A)
b) IR-afstandsbediening
Stroomtoevoer .............................1 Batterij van het type „23A" (nominale spanning 12 V)
Stroomopname ............................110 mA bij zendprocedure (toetsbediening)
a) Algemeen
Omgevingstemperatuur ...............Optimaal: +20 °C
☞
Bij hogere temperaturen dan +20 °C is de reikwijdte resp. bewegingsherkenning slechter, omdat
het temperatuursverschil tussen het zich bewegende object en de omgeving-/achtergrondtem-
peratuur geringer is.
Omgevingsluchtvochtigheid .........0% tot 70% relatieve luchtvochtigheid, niet condenserend
of via externe, gestabiliseerde netvoedingadapter (niet bij de levering in-
begrepen, afzonderlijk verkrijgbaar), 9 V/DC, min. 200 mA; ronde steker
5,5/2,1 mm, buitencontact plus/+, binnencontact min/-
Toegestaan: +10 ºC tot +35 °C
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Conrad Electronic SE.
V1_0711_01/HD