DE MOTOR INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
•
Voordat u het apparaat start, moet u controleren of de buis en motor correct gemonteerd zijn. Als
het apparaat reeds is gebruikt, controleer of er dan geen brokstukken zijn die de uitlaat blokkeren.
•
Om te starten, drukt u op de startvergrendeling
Nadat het apparaat is ingeschakeld, hoeft u de startvergrendeling
De draaiknop
4
wordt gebruikt om de blaassnelheid geleidelijk in te stellen.
Nadat het apparaat is opgestart is het mogelijk om de maximale blaassnelheid te activeren door op
de turbotoets
3
te drukken.
Version 18/07/19
; druk vervolgens op de aan/uitknop
1
1
1
3
2
.
2
niet ingedrukt te houden.
4
NL
31