BACC-36V LI.book Seite 2 Montag, 10. Juli 2006 10:36 10
Betekenis van de
indicatie-elementen
Het bewaken van het opladen wordt aangegeven
door de LED-indicaties 4 en 3:
Snel opladen
Snel opladen wordt aangegeven
door knipperen van de groene
LED-indicatie 4.
Tijdens het opladen gaan de drie groene LED's
van de accu na elkaar branden en gaan deze ge-
durende korte tijd uit. De accu is volledig opgela-
den als de drie groene LED's continu branden.
Ongeveer vijf minuten nadat de accu volledig is
opgeladen, gaan de drie groene LED's weer uit.
Snel opladen is alleen mogelijk wanneer de
temperatuur van de accu tussen 0 °C en
45 °C ligt.
Accu opgeladen
Permanent licht van de groene
LED-indicatie 4 geeft aan dat de
accu volledig is opgeladen.
Bovendien klinkt gedurende ca. twee seconden
een geluidssignaal waardoor akoestisch wordt
aangegeven dat de accu volledig is opgeladen.
De accu kan vervolgens worden verwijderd en
onmiddellijk worden gebruikt.
Als de accu niet in het oplaadapparaat is gesto-
ken, geeft het permanente licht van de groene
LED-indicatie 4 aan dat de stekker in het stop-
contact is gestoken en het oplaadapparaat ge-
reed is voor gebruik.
Accutemperatuur onder 0 °C en
boven 45 °C
Het permanent branden van de
rode LED-indicatie 3 geeft aan dat
de accutemperatuur buiten het
temperatuurbereik voor snelladen
van 0 °C – 45 °C ligt. Zodra het toegestane tem-
peratuurbereik wordt bereikt, schakelt het op-
laadapparaat automatisch over op snelladen.
Als de accu zich buiten het toegestane oplaad-
temperatuurbereik bevindt, gaat de rode LED van
de accu branden wanneer u de accu in het op-
laadapparaat zet.
Geen opladen mogelijk vanwege niet
functionerende accu
Een andere storing tijdens het op-
laden wordt aangegeven door
knipperen van de rode LED-indi-
catie 3.
Het opladen kan niet worden gestart en de accu
kan niet worden opgeladen.
Hierbij kan sprake zijn van de volgende oorzaken
van de storing:
– De contacten van de accu zijn vuil.
Maatregel: Reinig de contacten (bijvoor-
beeld door de accu enkele keren te plaatsen
en te verwijderen) of vervang de accu indien
nodig.
– De accu is defect aangezien er sprake is van
een verbindingsbreuk binnen in de accu (af-
zonderlijke cellen).
Maatregel: Vervang de accu.
De LED-indicaties 4 of 3 branden niet
De LED-indicaties 4 en 3 branden niet nadat de
stekker in het stopcontact is gestoken.
Hierbij kan sprake zijn van de volgende oorzaken
van de storing:
– De stekker van het oplaadapparaat is niet (of
niet goed) in het stopcontact gestoken.
Maatregel: Steek de stekker (goed) in het
stopcontact.
– Stopcontact, kabel of oplaadapparaat defect.
Maatregel: Controleer de netspanning en
laat het oplaadapparaat eventueel nazien door
een erkende klantenservice voor Berner elek-
trische gereedschappen.
Gebruiksvoorschriften
Bij langdurig opladen of meermaals opladen
zonder onderbreking kan het oplaadapparaat
warm worden. Dit is echter zonder bezwaar en
duidt niet op een technisch effect van het ap-
paraat.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opla-
den geeft aan dat de accu's versleten zijn en
moeten worden vervangen.
Accukoeling
De in het oplaadapparaat geïntegreerde ventila-
torregeling bewaakt de temperatuur van de inge-
zette accu. Als de accutemperatuur boven 30 °C
ligt, wordt de accu door een ventilator op de opti-
male oplaadtemperatuur gekoeld. De ingescha-
kelde ventilator maakt een ventilatiegeluid.
Als de ventilator niet loopt, ligt de accutempera-
tuur in het optimale oplaadtemperatuurbereik, of
is de ventilator defect. In dit geval wordt de op-
laadtijd van de accu langer.
Nederlands - 2