A M B I E N T H E A T I N G S O L U T I O N S
12. Bij niet vakkundige installatie of niet homogene verbinding van de stroomtoevo-
er kunnen weerstanden ontstaan die tot oververhitting van het systeem leiden. De
apparaten zijn voorzien van NTC-temperatuurregeling en een extra temperatuur-
begrenzer. Mogelijke oververhitting door niet vakkundige installatie wordt door de
NTC-temperatuurregeling of de temperatuurbegrenzer verregaand gecompenseerd.
Indien door een samenloop van montage- en installatiefouten de carbon-verwar-
mingselementen oververhitten, branden de carbonfilamenten in de kwartsbuis door
en onderbreken de stroom toevoer. Het doorgloeien van de verwarmingsspiralen,
zelfs bij breuk van de kwartsbuizen door mechanische inwerking is bij carbonfilamen-
ten uitgesloten. Het rooster van de SPOT-modellen en het keramische, hoogtempera-
tuurbestendige glas van de VISION modellen bieden voldoende bescherming voor de
inwendige carbon verwarmingselementen.
Beschrijving van de werking van de NTC-temperatuurregeling: indien de tempera-
tuur van de elektronische regeling van het systeem 103°C overstijgt, gaan de bo-
venste verwarmingselementen tijdelijk UIT, en even later weer AAN, om zodoende
een oververhitting van de elektronische onderdelen te voorkomen. Het automatisch
uitschakelen gebeurt alleen, indien er onvoldoende warmte kan worden afgevoerd,
bij belemmering van de warmteafstraling of zeer hoge omgevingstemperatuur. De
NTC-temperatuurregeling helpt bovendien, energie te besparen, wanneer bij hoge
ruimte- of omgevingstemperatuur niet het volledige vermogen noodzakelijk is.
Beschrijving van de temperatuurbegrenzer: Mocht de NTC-temperatuurregeling
onverhoopt uitvallen, schakelt de temperatuurbegrenzer het onderste verwarmings-
element zelfstandig duurzaam UIT, totdat de warmtestraler volledig wordt uitge-
schakeld. Na afkoelen (handwarm), kan deze na verwijdering van de ontbrekende
warmteafvoer of de belemmering van de warmteafstraling weer worden ingescha-
keld. Indien het onderste verwarmingselement weer uitgaat, is er een systeemfout
opgetreden, de warmteafstraling is nog steeds belemmerd/ de warmteafvoer is ge-
stremd of er is een fout in de elektrische installatie. Bij mankementen in het systeem
of de elektrische installatie, dient de warmtestraler te worden gerepareerd door een
vakman, neem hiervoor onmiddellijk contact op met uw wederverkoper. Bij fouten in
de bekabeling dienen deze te worden verholpen door een vakkundig elektricien.
Montage- en installatievoorschriften incl. toegestane klemmen zijn onderdeel van de
leveromvang van elk product.
13. De straler mag niet direct onder een elektrische bron/stopcontact worden ge-
monteerd. Vanaf de zijkanten van de straler dient een minimale afstand van 20cm
NL
Tel.: +49 8104 647090 · Fax: +49 8104 647099 · E-Mail: mail@munich-home-systems.de · www.munich-home-systems.de